Natuur & Wet


Modelvliegtuigen en overlast voor dieren



Vraag:

Mag ik modelvliegtuigjes overal in het buitengebied laten vliegen en wat zijn dan de regels daarvoor? Ik heb namelijk gezien dat flinke groepen kleine zwanen en kolganzen door zo'n toestelletje werden opgejaagd.

Antwoord:

Nee, dat mag niet zomaar en het opjagen van kleine zwanen en kolganzen is in ieder geval verboden.

Toelichting:

Eerst wat uitleg over de vliegtuigjes, voordat we alles op een hoop vegen. Er zijn twee soorten modelvliegtuigen: de zwevers en de gemotoriseerde. De zwevers geven op zich geen overlast, daar zullen we het verder niet over hebben.

De motorvliegtuigjes heb je in twee soorten: aangedreven door een elektromotor of een verbrandingsmotor. Hierin zijn ook weer twee typen te onderscheiden: de vleugelvliegtuigen en de helikopters. Deze twee soorten motorvliegtuigen kunnen door hun geluidsproductie en hun grotere vliegsnelheid flinke onrust veroorzaken binnen de wilde fauna, al zal een elektromotortje veel minder geluidsoverlast geven dan een verbrandingsmotor.

Door hun constructie produceren de verbrandingsmotoren altijd meer geluid en dat kan voor het menselijk oor al een flinke herrie zijn. Waarnemingen doen veronderstellen dat de helikoptertjes de meest negatieve impact op het dierenleven hebben en met name op vogels, maar dat is voor zover bekend niet onderzocht.

Verder is niet uit te sluiten dat ook effecten op andere diersoorten waar te nemen zouden zijn, maar vogels zien we nu eenmaal beter en zeker als het dan ook nog eens zwanen- en ganzensoorten zijn.

Overigens is het ook nog zo dat veel diersoorten wennen aan regelmatig terugkerend lawaai en beweging. Maar omdat modelvliegveldjes als regel niet dagelijks - en de hele dag door - gebruikt worden, zal van gewenning vaak geen sprake zijn.

Voor het modelvliegen is net zoals voor de grote luchtvaart de Wet luchtvaart van toepassing. Hierin worden regels gegeven over de veiligheid van het vliegverkeer onderling en mensen en goederen op de grond. Daar zou je ook de wilde dieren onder kunnen brengen.

Er is ook een uitvoeringsregeling op basis van de Wet luchtvaart, het Luchtvaartverkeersreglement dat de verkeersregels geeft voor het luchtverkeer. Op basis hiervan is er een ministeriële regeling uitgebracht: de Regeling modelvliegen. Deze regeling zet een aantal zaken die voor de grote luchtvaart gelden buiten werking, mits het modelvliegtuig niet zwaarder is dan 25 kilogram.

Modelvliegtuig150107D
Modelhelikopter zorgt voor veel onrust onder kolganzen en kleine zwanen in de Meerpolder (januari 2007).

Deze regeling bevat eigenlijk geen mogelijkheden om de dieren te beschermen. Belangrijk is wel dat deze wetgeving vaststelt dat de 'gezagvoerder' - daaronder valt ook degene die het modelvliegtuigje vanaf de grond radiografisch bedient - verantwoordelijk is voor zijn toestel.

Zoals gezegd bevat de Wet luchtvaart wel een mogelijk toepasbare bepaling, maar omdat de Flora- en faunawet (Ffw) specifiekere bepalingen bevat, zal deze in de toepassing voor dienen te gaan. In artikel 10 is het verboden 'beschermde inheemse diersoorten' - waaronder de genoemde kleine zwanen en kolganzen in elk geval vallen - 'opzettelijk te verontrusten'.

Als je dat als gezagvoerder in alle oprechtheid doet zonder te beseffen wát je aan het doen bent, ben je hiervoor formeel niet aan te spreken. Te stellen is echter dat je dient te wéten als je met een dergelijk toestel in een buitengebied gaat spelen, dat dieren verontrust kunnen worden. En is dat het geval, dan kunnen we weer spreken van 'opzet'.

Art. 11 richt zich op nesten, holen, voortplantingsplaatsen of vaste rust- of verblijfplaatsen. Worden die 'opzettelijk' of 'per ongeluk' verstoord, dan ben je daarvoor altijd aansprakelijk. Daar is in het geval van deze kwestie sprake van, want de waarnemer zag dat de zwanen en ganzen werden opgejaagd door het gebruik van een modelhelikopter. De gezagvoerder is dus hierdoor zeker strafbaar.

Verder is ook art. 2 van de Ffw nog van toepassing, want dat legt sowieso een algemene 'zorgplicht' op voor zover dat in redelijkheid kan worden gevergd. En die redelijkheid om dat te vragen is in dit geval zeker aanwezig.

Van belang is nog te weten dat de modelvliegveldjes op zichzelf een 'inrichting' kunnen zijn in de zin van de Wet milieubeheer en dus een milieuvergunning noodzakelijk maken. Ook is er een planologische noodzaak om een dergelijk vliegveld in het bestemmingsplan als zodanig aan te wijzen. Is dat niet gebeurd, dan kan dit nog een overtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening betekenen.

Bij Provinciale milieuverordening (Pmv) kunnen zogenaamde 'stiltegebieden' zijn aangewezen. Deze verordening bevat soms toepasbare verboden om 'geluidshinder' te veroorzaken met radio's, crossmotoren of modelvliegtuigjes. De gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (Apv) is soms ook nog toe te passen en bevat in dat geval dan ook strafbare gedragingen, zoals het zonder vergunning organiseren van een 'evenement' of het veroorzaken van geluidshinder.

Het kan ook nog zijn dat gevlogen wordt binnen een 'beschermd natuurgebied' dat onder de bepalingen van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 98) valt. Hieronder zijn in ieder geval de Europese Vogel- en Habitatrichtlijngebieden begrepen, maar ook andere natuurgebieden kunnen daarvan deel uitmaken (Natura 2000). De Nbw 98 bevat hiervoor voldoende verbodsbepalingen die niet de dieren beschermt (dat doet immers de Ffw), maar wel de ecologische kwaliteit van het gebied.

Het lastigste is op te treden tegen incidentele vliegsessies van een enkele gezagvoerder. In dat geval is de Apv in de meeste gevallen wel toe te passen en soms ook de Pmv of de Nbw 98. Is er duidelijke verstoring, dan is de Ffw het middel dat geëigend is. Structurele gevallen geven al gauw een vergunningsplicht voor het vliegveld als zodanig en dat is wat gemakkelijker aan te tonen.

Mocht u dergelijke waarnemingen doen, dan kunt u de informatie kwijt bij de Afdeling Groene Wetten van uw provincie, bij de gemeentelijke handhavers of de opsporingsambtenaren van de terreinbeheerder, maar ook bij de politie. Bij de Algemene Inspectie Dienst bent u aan het goede adres voor zover het betreft de flora- en faunawetgeving.

Overigens is het zo dat de bonafide modelvlieghobbyist zich verre zal willen houden van de bovengenoemde toestanden. Een georganiseerde modelvliegclub zal zijn leden goed instrueren, zodat niet binnen kwetsbare terreinen wordt gevlogen. Mocht dat toch het geval zijn, dan is er vaak - met een goed gesprek of hulp in de vorm van voorlichting - veel ten goede te keren.

Jan Hurkmans
Milieuvizier Opleiding en Advies
25 januari 2007

Reageren? Klik hier.

Natuur & Wet