2-14 maart 2000
2 maart 2000 – De Wilck en Weipoort
Door een misverstand met Aad Z. pas om kwart voor 11 op stap, door het slechte weer om half een weer thuis. In De Wilck een paartje slobeenden en een paartje grote zaagbekken, in de Weipoortsche Vliet een Carolina-eend (niet vreemd met die siereendenvijvers in de omgeving) en aan einde Weipoort o.a. de grote zilverreiger en een brandgans tussen groepjes grauwe ganzen. Twee buizerds in de bomen van de Plas van Wiegel leken op grote afstand kleiner dan ze in werkelijkheid zijn en vergden vele minuten determinatie.
3 maart 2000 – Benthuizen e.o.
‘k Had de auto maar een paar uurtjes. Eerst was Nelly boodschappen doen en in de namiddag ging Frank, die sinds een paar dagen z’n rijbewijs heeft, tennissen.
Rond 13.30 uur in De Wilck. Het vrouwtje slechtvalk zat op een paaltje, haar vleugels uitgespreid in de wind als een aalscholver, misschien nat geworden bij de jacht? Even later vloog ze naar het weiland en hipte de slootkant in, lekker beschut tegen de wind maar onzichtbaar. Even later kwam mannetje aangezeild, ook op weiland en hup de slootkant in. Een tijdje later kwamen ze tevoorschijn, vlogen een eindje en doken weer de kant in.
Weer na een minuut of vijf kozen ze het luchtruim, vlogen laag en hard over de weilanden en sloten en spoten als straaljagers recht omhoog de lucht in, elkaar enkele malen heel dicht naderend. Wat een verschil in grootte tussen man en vrouw als je ze zo dicht bij elkaar ziet! Het mannetje ging vervolgens op jacht, had bijna een kleine vogel (witte buik, zal wel veldleeuwerik of graspieper geweest zijn) te pakken, maar zocht zonder buit weer de beschutting op. Even later landde het wijfje op zo’n tien meter en verdween ook uit m’n gezicht. Alles speelde zich af in zo’n half uur tijd.
Eerder al wel grutto’s gezien maar vandaag de eerste roepende boven De Wilck. Ook twee zingende veldleeuweriken. Heel veel smienten en enkele honderden scholeksters. Verder een paartje grote zaagbekken en drie paartjes slobeenden. Wel de altijd aanwezige kuifeenden maar geen wintertalingen.
Bij Starrevaart de auto als schuilhut gebruikt. Een kwartier aan de Kniplaan: o.a. 1 m rosse stekelstaart, 5 grutto’s, 2 v brilduikers, 3 klei-ne mantelmeeuwen. Aan einde Weipoort 1 zwarte zwaan, 2 Grote Canadese ganzen, 1 brandgans en een stuk of twintig grauwe ganzen. In de bomen van de Plas van Wiegel landde een blauwe reiger, moet eens aan de zuidkant gaan wandelen om te kijken of ze er broeden. Overal veel knobbelzwanen, op Noord Aa dobberden er zo’n veertig. Op zijn vaste stekkie tegenover het restaurant zat de ransuil, een metertje lager dan gewoonlijk, wellicht vanwege de straffe wind.
5 maart 2000 – De Wilck
Op de met natte sneeuw besprenkelde weilanden in De Wilck de eerste groepen grutto’s gezien, zo’n zeventig. Zo tussen half 11, half 1, grijs met soms een doorbrekend zonnetje, flonkerend op de sneeuw. Het was voldoende om de veldleeuweriken te laten zingen. Verder o.a. twee paartjes grote zaagbekken, een handvol wintertalingen, een paar honderd scholeksters en nog veel meer smienten en spreeuwen. In de Oostbroekpolder zo’n 40 kramsvogels en 35 kemphaantjes.
Luuk was met z’n zoon bij de ransuil in Noord Aa geweest. Ook kwam iemand van Staatsbosbeheer, o.a. wandelaars vermanend die het verboden-toegangsbord hadden genegeerd. ’s Middags bij De Hil de eerste twee witte kwikstaarten van het jaar.
6 maart 2000 – De Wilck en Starrevaart
Zowel op heenreis naar Starrevaart, zo rond half 10, als op terugreis, zo rond half 2, zat echtpaar slechtvalk voor geriefbosje in De Wilck. ’s Morgens zij te eten van een prooi en hij attent loerend naar kraaien, ’s middags zaten ze te rusten, vlogen vervolgens enkele rondjes om een kilometer verder op het weiland te gaan zitten.
Op zo’n tien meter een paartje grote zaagbek in de telescoop, magnifiek! Wat slobeenden, wintertalingen, een dertigtal kramsvogels. Nu de verkenners hun missie volbracht hebben, hebben de grutto’s definitief beslag gelegd op hun rechtmatig aandeel in de polders. Nog geen tureluurs in De Wilck, wel twee op de Starrevaart. Verder o.a. 6 brilduikers (2 m, 4 v), 4 nonnetjes (2 m, 2 v), 4 geoorde futen, ’n paartje rosse stekelstaarten, 1 Grote Canadese gans, 1 brandgans, 2 gras-iepers, 1 watersnip en 1 kleine mantelmeeuw.
7 maart 2000 – Spookverlaat
Tweemaal had ‘ie me geroepen voordat de waterral zich op zo’n tien meter van de Amaliahut liet zien. Eerst vrij kort, even later een paar meter verderop kon ik hem enkele minuten bewonderen. Wat is z’n kop prachtig blauw, veel blauwer dan Jonsson hem tekent.
Op het eilandje een aantal watersnippen weggedoken tussen de begroeiing, minstens vier. Eerst vier, bij vertrek nog een stuk of tien grutto’s op eilandje. Verder o.m. overvliegende sperwer, klepperende ooievaars op nest, kool- en pimpelmezen, winterkoninkjes, roodborstjes en vinken, een luid zingende heggenmus, flink wat smienten en kuifeenden, een paar krakeenden, overvliegende scholeksters, veel knobbelzwanen. Bij het opstijgen kon een zwaan niet genoeg snelheid ontwikkelen en maakte links van de hut een noodlanding in het riet. ’s Middags voor de regen even in De Wilck geweest. Het vrouwtje slechtvalk zat op haar vaste plekje voor het geriefbosje.
9 maart 2000 – De Wilck en Starrevaart
In De Wilck een paartje baltsende grote zaagbekken, een jagende slechtvalk, een witgatje en de eerste twee tureluurs. Op de Starrevaart waren 17 tureluurs, tussen een honderdtal grutto’s en tientallen scholeksters, waarvan een met een zwart ringetje om linkerpoot. Een stormmeeuw met links een metaalkleurige ring. Verder o.a. 2 m en 4 v brilduikers, 2 kleine mantelmeeuwen (de een veel donkerder grijs dan de ander), 3 lepelaars, 1 brandgans, 1 Indische gans, 2 geoorde futen, 1 m nonnetje. Twee bonte strandlopers die laag over het water scheerden; het waren de eerste dit jaar die ik de vogelplas zag verkennen. Bij de hut was een torenvalk aan het jagen.
10 maart 2000 – Benthuizer Plas en De Wilck
Ik dacht dat de Benthuizer Plas ‘af’ was, maar waar de miljoenen-appartementen komen, was er weer een stukje water verdwenen onder de bouwgrond. Het is des te verwonderlijker dat er nog zoveel soorten vogels zitten: dodaars (1 ex., bijna in afgewerkt zomerkleed), kokmeeuw, knobbelzwaan, wilde eend, krakeend, tafeleend, kuifeend, waterhoen, meerkoet, blauwe reiger.
In Gelderswoude zat de fuut gisteren nog op het nest, vandaag niets meer te zien. Met de harde wind gisteren zaten de smienten bij elkaar gedromd in de sloten. Vandaag met weinig wind zaten ze overal verspreid over De Wilck. Toen een sperwer dreigend overvloog en alles de lucht inging, zelfs de aalscholvers, was pas te zien hoeveel smienten er zaten, met een paar honderd grutto’s en scholeksters en duizenden spreeuwen.
11 maart 2000 – Valkenshow boven De Wilck
‘k Viel met m’n neus in de luchtshow. Had net het autoraampje opengedraaid, hoorde een veldleeuwerik zingen en een tureluur roepen, richtte de verrekijker op een snel vliegende vogel, een duif, die plots werd aangevallen door twee slechtvalken, ongetwijfeld het paartje dat de hele winter al in De Wilck verblijft. Het ging allemaal heel snel: dan weer dook de ene valk van boven naar de duif, terwijl de ander laagvliegend de aanval overnam, alles in eendrachtige samenwerking, maar de duif wist de aanslagen telkens op het laatste moment te ontwijken. Na een achttal aanvallen slaagde de duif erin de open ruimte boven de weilanden te ontvluchten en zich bij een rij populieren in veiligheid te brengen.
Het was rond twaalf uur, een straffe wind, al felle maartse zon, prachtige Hollandse blauwe hemel met stapelwolken en dus thermiek, het volgende kwartier maakten de valken daar gebruik van door, steeds dicht bij elkaar, het wijfje opvallend groter dan het mannetje, hoog boven De Wilck te blijven cirkelen. Wat energie verzamelen voor een volgende aanval? Gefrustreerd? Daar leek het wel op toen een buizerd kwam aanvliegen en door het mannetje een aantal malen werd bedreigd. Telkens als de valk vlakbij was, draaide de buizerd z’n poten in een afweerhouding naar hem toe.
Even later schroefde het wijfje omhoog en voerde een duikaanval op een scholekster uit, opnieuw tevergeefs. Vervolgens gaven de slechtvalken weer een luchtshow van een half uurtje, soms een kilometer naar het oosten afdrijvend en dan weer een eind naar het westen, voordat ze op hun gebruikelijke stekkie op het weiland bij het geriefbosje wat uitrustten. Niet voor lang want daarna gingen ze traag en laag vliegend naar een ander jachtgebied, richting nieuwe rijksweg 11, een spoor van in paniek opvliegende meeuwen, smienten en spreeuwen achterlatend.
12 maart 2000 – De Wilck
Een rustige ochtend, weinig wind dus geen slechtvalken aan de westkant van De Wilck. Waargenomen soorten: aalscholver, blauwe reiger, knobbelzwaan, kolgans (30 overvliegend), nijlgans, smient, wilde eend, slobeend, wintertaling, kuifeend, buizerd (1 met rechts ontbrekende handpennen), torenvalk, meerkoet, scholekster, kievit, grutto, tureluur, kokmeeuw, stormmeeuw, zilvermeeuw, veldleeuwerik, witte kwikstaart, spreeuw, ekster, zwarte kraai. In Gelderswoude fuut met 2 jong, de eerste jonkies van dit jaar.
13 maart 2000 – Oostvaardersplassen
Leuk, de eerste tjiftjaf dit jaar bij het dichttrekken van de huisdeur. Maar toen Aad Z. en ik op de Knardijk uit de auto stapten, bleken er al behoorlijk wat in Nederland te zijn gearriveerd!
Het was heel wat jaren geleden dat ik in de Oostvaardersplassen was geweest. Vroeger met de kinderen op m’n nek waardoor je nauwelijks de vogelgeluiden hoorde, nu aandachtig luisterend naar het spechtachtige gehinnik van baltsende dodaars, twee waterrallen die elkaar toeriepen, vlak voor ons maar onzichtbaar, en alle andere geluiden op deze nogal grauwe dag. De beloofde zon liet zich niet zien.
Hoe zeldzaam een roodhalsgans ook is, voor mij betekent het zien van een roerdomp altijd een brokje nostalgie. Hij zat vlak voor kijkhut de Zeearend, enkele minuten prima zichtbaar in het open water, waar hij doorheen ‘sloop’, nu en dan z’n kop karakteristiek omhoog draaiend, later nauwelijks te zien als een silhouet in het riet. Over de sneeuwuil werd wel gepraat, maar niemand had hem vandaag nog gezien. Opvallend weinig roofvogels, geen kiekendief in de buurt.
Waarnemingen Oostvaardersplassen: fuut, dodaars, aalscholver (in Lepelaarsplassen druk nestelend), roerdomp, grote zilverreiger (3), blauwe reiger, lepelaar (11), knobbelzwaan, kolgans, grauwe gans (groene halsring met witte code J54, poot links metalen ring), roodhalsgans, bergeend, nijlgans, smient, wilde eend, krakeend, pijlstaart, slobeend, wintertaling, tafeleend, kuifeend, brilduiker, nonnetje (3 m, 6 v), grote zaagbek (5 m, 2 v), buizerd, fazant (roep), waterral (2, roep), waterhoen, meerkoet, scholekster, kluut (18), kievit, tureluur (roep), watersnip, kokmeeuw, zilvermeeuw, grote mantelmeeuw, houtduif, groene specht (roep), grote bonte specht, witte kwikstaart, winterkoning, heggenmus, roodborst, merel, zanglijster, tjiftjaf, pimpelmees, koolmees, spreeuw, gaai, ekster, kauw, zwarte kraai, vink, rietgors.
14 maart 2000 – Starrevaart
Vanaf Stompwijk (Nelly had de auto nodig en me daar afgezet) naar Starrevaart. Geen bijzonderheden te melden, o.a. brilduiker 2 m 6 v, geoorde fuut 6, Indische gans 1, lepelaar 1, 4 scholeksters met metaalkleurige ring om linker bovenpoot. Kil in de hut, dus niet zo lang gebleven. De terugtocht ging lekker met een strakke wind in de rug. Juist toen ik in Noord Aa aankwam, sprong ransuil van bodem in z’n struik. Alleen: deze uil was grijzer (minder bruin) dan degene die ik er al enkele malen had gezien. Het vermoeden van een broedend paartje wordt groter. Email Aad Z.: Cor Kes vindt eerste kievitsei in Spookverlaat.