Apr2000

1-15 april 2000

1 april 2000 – Per fiets rond Benthuizen

De bebouwing rond de Benthuizer Plas wordt steeds massaler, desondanks maar liefst 9 dodaarzen die tussen het riet scharrelden. Verder o.a. een paartje tafeleenden, een vr brilduiker en wat rietgorzen.

Onderweg naar Noord Aa een vijftiental dansende putters, zo’n tien reigernesten bij het naaktstrandje bezet. Hoewel je precies weet in welke struik de ransuil zit, kon ik hem maar moeilijk vinden, mede door uitbottende begroeiing. Uit het Prielenbos stegen twee buizerds en een sperwer op. Hoog boven het Noord Aa een roofvogel, formaat en vleugelslag als havik/buizerd, door bewolking moeilijk te onderscheiden, in elk geval een witte stuit, dus wellicht een ruigbootbuizerd.

Op zuidpunt Westbroekpolder honderden grutto’s en scholeksters, ook een wulp. Achter in Weipoort zo’n twintig grauwe ganzen, maar verder in polders erg rustig, wel overal roepende tureluurs. Zelf word ik tureluurs van de voor mij onbekende zang en vreemde vogelgeluiden ’s morgens zo tussen 4 en 6 uur. Er zijn geen volières in de buurt! Moet eens een bandrecordertje op de kop zien te tikken.

2 april 2000 – De Wilck

Genoten van de zondagse rust in De Wilck. Baltsende tureluurtjes, het blijven fraaie en een beetje mystieke vogels, zeker ook door hun melancholische roep, net alsof ze weet hebben van alle leed van de wereld. Opvallend vaak zie je tureluurs een bad nemen. Enkele tientallen, her en der over de weilanden verspreid. Ook overal op en boven het gras veldleeuweriken, een vijftiental kemphaantjes, een paar buizerds die lastig gevallen werden door grutto’s en kieviten.

’s Middags een klap tegen het achterraam: een zanglijster, die verkramt tot een boog, verfomfaaid, amechtig hijgend in de tuin ligt. Helpen heeft geen zin, dus rustig laten liggen tot de shock voorbij is, en na een uurtje is hij inderdaad gaan zitten. Weer een tijd later hipt hij weg onder de struiken, vier forse veren (achter)latend.

3 april 2000 – Starrevaart

Geen bijzondere waarnemingen vandaag. Wel een correctie, op melding van tweede scholekster met streepjescode. Vrijdag die scholekster maar even gezien, bovendien slecht licht, ervan overtuigd dat boven groene ring met zwarte streep een zwart stukje ring zichtbaar was. Vandaag scholekster weer gezien (ongetwijfeld dezelfde), met dezelfde ringen, maar in zonlicht nu duidelijk te zien dat ring niet zwart maar (donker)blauw was. Dus gecorrigeerde melding: linker tarsus smalle blauwe ring, daaronder brede groene ring met in het midden een dikke zwarte band; om rechter tarsus een metaalkleurig ringetje.

Verder twee scholeksters met metalen ring links boven, een met metalen ring rechtsonder en de met geel geverfde scholekster uit Hamble Point. Ook feestelijke kleurtjes had een 1e jaar zilvermeeuw, maar het was meer een doodskleed: een felrood kunstaas met haak of meer haakjes en snoer verward rond zijn snavel. Elke keer als de meeuw met zijn poot probeerde de pijn weg te duwen, kwam er bloed uit z’n kop. Even later ging hij het water in om zijn kop te wassen, alles langzaam en houterig, duidelijk pijn. Weer later vloog hij traag weg, waarschijnlijk naar zijn laatste rustplaats.

Gezien (of gehoord) o.a. brilduiker 2 m 8 v, fitis 5, geoorde fuut > 15, graspieper 4, grutto > 300, Indische gans 1, kleine mantelmeeuw 8, kluut 2 (Meeslouwerplas), pijlstaart 2 m 1 v, rietgors 2, rosse stekelstaart 1 m, staartmees > 5, tjiftjaf 5, tureluur > 20, waterpieper 2.

4 april 2000 – De Wilck

In namiddag poosje in De Wilck. Twee grutto’s die langdurig maar vergeefs proberen twee kraaien te verjagen die zich waarschijnlijk in de buurt van hun nest ophouden. Grutto’s en kieviten achter buizerd. Tussen de gebruikelijke weidevogels 2 Canadese ganzen en langs Zwetslootpad 9 kemphanen, tussen honderden meeuwen op een bemest weiland.

6 april 2000 – West-Alblasserwaard

Bijna ideaal wandelweer, nog iets minder wind en een paar graden meer….. Toch zalig, zeker na het zien van de eerste (3) boerenzwaluwen bij boerderij hoek Zijdeweg/Lekdijk. Aan de andere kant in de Lek 4 krakeenden. Bij Nieuwe Veer/Halfweg even de grienden in. Een man tjiftjaf had een veertje in zijn snavel en wipte daarmee om, en even later op, zijn wijfje. Een man bruine kiekendief cirkelde over het riet, evenals twee ooievaars. In het riet de roep/zang van een vogeltje dat ik niet thuis kon brengen, iets van tjutjutjuprrrrr. Nodig geld uittrekken voor een mini-bandrecorder.

Langs het Achterwaterschap vloog met zacht geklets een houtsnip op om zich zo’n vijftig meter verder opnieuw te verbergen. Ik dacht via de zuidkant tot Den Donk te kunnen wandelen maar een hek-met-bordje verbood mij dat ter hoogte van de eendenkooi. Dan maar naar de eendenkooi Oud-Alblas. Daar wachtten mij een paartje wintertalingen en een man zomertaling. Op een ondergelopen weiland voorbij de kooi (wat een prima idee!) zaten o.a. meer dan driehonderd grutto’s en een kleine plevier. Nelly in Streefkerk opgehaald en samen het Alblasserbos verkend, weinig bijzonders, sperwer en 2 boomkruipers. Een kraai die tevergeefs de prooi uit de klauwen van een buizerd probeerde te roven. Een prachtige dag!

Waargenomen vogels langs Lek bij Streefkerk, in omgeving Zijdebrug en in Alblasserbos op 6 april 2000 van 11 tot 16 uur: fuut, aalscholver, blauwe reiger, ooievaar, knobbelzwaan, zwarte zwaan, grauwe gans, nijlgans, wilde eend, krakeend, zomertaling, wintertaling, slobeend, kuifeend, buizerd, sperwer, bruine kiekendief, torenvalk, fazant, waterhoen, meerkoet, scholekster, kievit, kleine plevier, houtsnip, grutto, tureluur, kokmeeuw, stormmeeuw, zilvermeeuw, kleine mantelmeeuw, ho-lenduif, houtduif, Turkse tortel, boerenzwaluw, veldleeuwerik, graspieper, witte kwikstaart, winterkoning, heggenmus, roodborst, merel, zanglijster, tjiftjaf, fitis, pimpelmees, koolmees, boomkruiper, gaai, zwarte kraai, kauw, ekster, spreeuw, huismus, kneu, putter, vink, rietgors.

7 april 2000 – Starrevaart

Een paar uurtjes rond het middaguur gevogeld. Zowel in Starrevaart als Meeslouwerplas bruine kiekendieven, in elk geval twee mannen (een man met veren uit vleugel) en een vrouw. Diverse grauwe ganzen met jonkies. (In Benthuizen jonge meerkoeten.) Verder o.a. 6 Canadese ganzen, 1 Indische gans, 9 brilduikers (2 m), meer dan 13 geoorde futen, meer dan 700 grutto’s en overvliegend 1 ooievaar, 3 lepelaars en 12 kemphanen. In De Wilck een paartje bergeenden.

8 april 2000 – De Wilck

Wat een rust straalt De Wilck toch uit! Nauwelijks verkeer, een paar fietsers, typische poldergeluiden; een goed moment voor meditatie. Zaterdag rond de middag een paar uurtjes, weinig wind dus zacht, een beetje heiig en daardoor minder helder zicht, paartjes bergeenden en krakeenden, een stuk of acht wintertalingen, maar enkele tientallen smienten, een Canadese gans, twee zwarte zwanen, kieviten, grutto’s, scholeksters, veldleeuweriken en tureluurs, een buizerd die in de populierenhaag steeds in de buurt van een (zijn?) nest rondhangt.

En dan opeens…. tussen de weidevogels door een vreemde vleugelslag, laag en snel over de weilanden. Je vermoedt het, je hoopt het en het geluk zit je deze dag mee: op zo’n honderd meter landt ze op een hek, het smelleken, dat geheimzinnige dwergvalkje. Eerst even lastig gevallen door wat kieviten, daarna uitrusten, om na een paar minuten van het hek te ‘vallen’ en haar rusteloze zoektocht laag over het land voort te zetten. Van zo’n waarneming krijg je een warm gevoel.

Inmiddels ‘gewoon’ zijn de slechtvalken langs de Vierheemskinderenweg. Man niet te zien, vrouwtje, met grote witte borst, breeduit op hspm 58, achter haar takjes en twijgjes, net een bouwsel. Alvast wat oefenen voor ’thuis’? Want over pakweg twee weken zullen deze ‘witte’ slechtvalken echt afreizen naar heel noordelijke streken. Op hspm 59 een kraai bezig takjes te ordenen. Parende knobbelzwanen mauwen als katten.

9 april 2000 – De Wilck

Een haas in heftig ‘gevecht’ met twee kraaien, niet te zien waarover maar ik vrees dat moeder haas haar kroost verdedigde door steeds de kraaien te verjagen. Even later zaten die toch te eten, onzichtbaar waaruit hun voedsel bestond, maar moeder haas liep beteuterd rond.

Vier naar het noorden trekkende vogels, ongeveer als tureluurs, donkere vleugels (‘k kon rug en stuit niet goed zien), vrij rustig vliegend, helder roep tsu tsu tsu, groenpootruiters. Er waren trouwens veel tureluurs, heb er zo’n dertig geteld, verspreid over weiland en vooral langs slootkanten. Verder o.a. 2 Canadese ganzen, een grauwe gans en 2 wintertalingen. In Gelderswoude spectaculaire baltsvlucht van torenvalken.

Dat was ’s morgens. In de namiddag een harde wind, en inderdaad, de slechtvalken verhuizen dan van Vierheemskinderenweg naar westkant van De Wilck, hoog in de strak blauwe lucht. Het mannetje ging op zijn vaste plek in het weiland bij het geriefbosje zitten, het vrouwtje verdween naar het oosten. Boven Gelderswoude en De Wilck een boerenzwaluw. Een haas en een kraai waren elkaar aan het dollen. Een mannetje tureluur stond wel een halve minuut met fladderende vleugels z’n wijfje het hof te maken voordat ze paarden.

10 april 2000 – Starrevaart

Op de fiets naar de Starrevaart, onderweg even gestopt bij ransuil in Noord Aa (steeds moeilijker te zien in groenere begroeiing, zat zijn veren te poetsen), overal nu boerenzwaluwen, jonge eendjes, in een meerkoetennest acht eieren. In grienden/rietland ten noorden van Kniplaan tierelierde het van de (overbekende) vogeltjes, een man zwartkop liet zich horen en zien. Op de vogelplas zelf was het rustig, wel honderden grutto’s, verder o.a. 14 geoorde futen, 8 brilduikers (2 man), 2 pijlstaarten, 22 krakeenden.

11 april 2000 – Alblasserwaard en De Wilck

Geïnspireerd door de melding van een hop (voor een hop wilde zelfs Nelly tijdens vakantieritten in Frankrijk best even stoppen), afgereisd naar de Zijdebrug. En prima startpunt, centraal gelegen en altijd luidkeels verwelkomd door fitisjes, heggenmus of vink. Op de fiets deze keer, dus telescoop mee, waardoor in het riet direct voorbij de Zijdebruggen vijf rietzangers goed te zien en te horen waren. Ten westen van de eendenkooi Oud-Alblas is er veel minder riet, daar dan ook maar een paar rietzangers gehoord. Een enkele rietgors, een aantal graspiepers.

Nog voor de eendenkooi aan noordkant Achterwaterschap in hetzelfde lage bosje als de vorige keer een paartje wintertalingen. IJverig voor dat bosje met nestmateriaal slepend een bisamrat. In het weiland twaalf kemphanen, sommige mannetjes met witte halsvlekken. Op het fietspad een man torenvalk aan een lichte lunch, een vette regenworm.

In het drasland voorbij de eendenkooi een zomertaling. Zijn mannelijk geluid nog niet eerder gehoord, het leek op korte boertjes. Tussen de (paar honderd) grutto’s en een tiental tureluurs, twee zwarte ruiters en drie kleine plevieren. Een overvliegende boomvalk veroorzaakte grote onrust, vanuit een boom in de eendenkooi bespiedde hij vervolgens langdurig al die lekkere hapjes. Verderop in een bosje nam pa buizerd een kijkje bij zijn vrouw op het nest.

Vanaf de Middelweg tot de gemalen is alles nogal toeristisch, Engels, Frans en Japans. Ik heb me als een molenbezoeker gedragen en in de souvenirwinkel een nieuwe Klaroenplattegrond van de Alblasserwaard gekocht, de mijne dateerde uit 1980. Vanaf de Lekdijk waren boven de boezems van de Overwaard drie mannen en een vrouwtje bruine kiekendief te zien. Op de Tiendweg achter de Nieuw-Lekkerlandse voetbalvelden een zingende zwartkop, richting Streefkerk een ooievaar.

Zelfs in Lekkerland lijkt niets meer heilig: Industrieterrein Oost groeit de polders in, waar op diverse plaatsen boeren bezig waren hun weilanden met grond glad te strijken. Bedrijfsmatig begrijpelijk, voor vogels die van natte poten houden weer stukjes leefgebied minder. Talrijke eendenkuikens, het blijft vertederend die kleine hoopjes dons. Na zo’n drie uur terug bij de Zijdebrug, de wind was naar het westen gekrompen, dus naar Den Donk fietsen zou betekenen op de terugweg de harde wind tegen, daarvoor ontbrak de puf. ‘Thuis’ op de molen nog even een kopje kamillethee gedronken.

’s Avonds een tijdje in De Wilck. ’t Blijft een grappig gezicht die baltsende tureluurs met snel wapperende vleugels, in de buurt parende scholeksters doen het veel minder spectaculair. Een tiental wintertalinkjes, waarvan een paartje heel dichtbij prachtig in beeld, een overtrekkende lepelaar.

Groot rumoer als een slechtvalk een kievit pakt en daarmee op zo’n 100, 150 meter in het weiland gaat zitten, aangevallen door drie kieviten. Eerst blijft de valk boven z’n prooi staan, zenuwachtig de kieviten ontwijkend. Daarna wipt hij een eindje verder weg, maar de kieviten blijven hem zo lastigvallen dat hij de moed opgeeft en na een paar minuten vlucht. Een opvallende slechtvalk, groot en egaal grijs, een mooie tint middengrijs, niet alleen z’n vleugels maar ook haar (gezien grootte neem ik aan dat het een vrouwtje was) kop en baardstreep in dezelfde grijstint. Witte borst en pootveren, met lichte bandering. Niet een van de vaste Wilck-bewoners, die zijn veel donkerder grijs dan wel grijsblauw. En ze leek ook niet op de plaatjes in m’n vogelboeken.

12 april 2000 – Starrevaart

Rond de middag een puur uurtjes naar Starrevaart. Opvallend weinig vogels op de plas, de gebruikelijke grote aantallen smienten waren gereduceerd tot een tiental. Ook weinig kuifeenden. Verder o.a. > 5 boerenzwaluwen, 1 oeverzwaluw, 2 m en 3 v brilduikers, 2 m pijlstaarten, > 20 krakeenden, > 10 tafeleenden, > 30 bergeenden, 4 kleine mantelmeeuwen, 120 grutto’s, 3 tureluurs, > 15 geoorde futen.

Een paar scholeksters met metalen ringetjes. Een zat zo dicht bij de hut dat ik de ring (gedeeltelijk) kon aflezen. Aan bovenkant ring, die om linker tibia zat, twee regels met kleine tekens, laatste letters van tweede regel waren LAND. De code eindigde op -195. Nadat scholekster van buis was gespoeld, was ring gedraaid en bleek eerste cijfer van code een 5 te zijn. Ik kon niet zien of er tussen deze 5 en het deelteken voor 195 nog meer tekens stonden. Kortom: 5(?)-195. Scholekster stond er zo’n twintig minuten, poepte in die tijd maar liefst vijf keer, gaf vervolgens het vertreksein aan andere scholeksters en vloog richting polders.

Email van Sjaak Schilperoort: Nou, die >30 bergeenden is toch een april-record! Geen idee hoeveel het er precies waren? 😉 Reactie AdG: Ik telde er (volgens m’n kladboekje) 27, een aantal in noordwesthoek maar de meeste in zuidoosthoek; omdat ze steeds achter het riet uit het zicht verdwenen, kon ik ze niet goed tellen. Ik realiseerde me trouwens niet dat het een ‘record’ zou kunnen zijn, anders had ik nauwkeurig(er) geteld.

13 april 2000 – Leiden

In de file voor Lammebrug. Twee knobbelzwanen in slootje, vraten gras van slootkant en telkens als ze een hapje genomen hadden, ‘vermengden’ ze het gras met een slokje water. Voor de spijsvertering? Langs Churchill-laan een zwarte kraai met witte vleugelpunten.

14 april 2000 – Starrevaart

De smienten zijn vertrokken. Zowel in De Wilck als op Starrevaart nog maar enkele tientallen. Ook maar 3 bergeenden, en dat na de invasie van woensdag. Slechts 1 man pijlstaart maar wel 2 man zomertalingen en 3 (2 man) rosse stekelstaarten. Drie vrouw en 1 man brilduiker, meer dan 15 geoorde futen (nog steeds een in winterkleed) en 6 kleine mantelmeeuwen. Meer dan honderd grutto’s; daartussen waarschijnlijk bonte strandloper, niet zeker.

De eerste visdiefjes van het jaar gezien, twee stuks op de balken rechts van hut, wat zijn ze toch sierlijk! Bij de uitkijktoren een rietzanger, 4 rietgorzen, een man bruine kiekendief en een krijsende waterral. Scholekster als eerdere meldingen: om linker tarsus een blauwe ring en groene ring met een brede streep in midden; rechts metalen ring.

15 april 2000 – De Wilck en Spookverlaat

Noch aan westzijde noch langs Vierheemskinderenweg een spoor van de slechtvalken. Bij hoogspanningsmasten een gele kwikstaart. De plas bij Amaliahut was overvol met 69 knobbelzwanen, boven de Papenvaart een visdief.