Donderdag 20 september 2001 – Hoeveel visarenden?
Sloten treden buiten hun oevers, weilanden staan blank na de zware regenval van de afgelopen dagen, boeren evacueren hun vee uit De Wilck, waar het water ’s winters toch al hoger wordt gezet dan op de gecultiveerde bouw- en weilanden.
Ook in de Starrevaart hoog water, met de ‘gebruikelijke’ vogels van de afgelopen dagen, zoals boomvalk, buizerd, sperwer, kleine strandloper, krombekstrandloper, bonte strandlopers, de 2 grutto’s en een tiental kemphanen, 1 visdiefje, ruim honderd zwarte ruiters en 1 groenpootruiter. En uiteraard de – bij elkaar – duizenden kieviten, goudplevieren, eenden, ganzen, meerkoeten enz.
Ik vraag me af hoeveel visarenden sinds half augustus de Starrevaart als pleisterplaats hebben gebruikt op hun trek naar het zuiden. Vanmorgen zag ik in elk geval ‘mijn’ vierde juveniele arend: met enkele lichte arm- en/of handpennen in de rechtervleugel.
Eerder had ik al een geringde arend gezien, een met wat pennen uit de rechtervleugel en de arend die bijna verdronk. Plus twee adulte tijdens mijn vakantie zijn het er zes, wellicht dat er al met al een stuk of zeven à tien op de vogelplas verbleven. Vanmorgen zweefde er nog een jonge visarend, maar ik kon hem niet ’thuisbrengen’.