Zaterdag 29 december 2001 – Winterslaapje
Ontwaakt uit een korte edoch verkwikkende winterslaap reed ik tegen de middag de grauwe polders in. Het was er nat, gevolg van de overvloedige neerslag van de afgelopen dagen. Slechts een paar afgewaaide takken verrieden dat het gisteren stevig had gestormd.
De laatste slaapresten verdwenen uit m’n ogen toen ik in de Oostbroekpolder 2 grote zilverreigers langs een slootje zag foerageren, als witte strepen op een bruingroene achtergrond. Vier goudplevieren repten zich laag over De Wilck richting warmere streken, het vrouwtje slechtvalk zat op haar vertrouwde plek op een hek. Kennelijk had ze net geluncht, ze gebruikte het houtwerk als borstel om haar snavel en tenen te reinigen.
Vijftig meter verderop zat een buizerd te kluiven, wellicht aan de overblijfselen van de valkenprooi. Een tiental zwarte kraaien en 2 grote mantelmeeuwen kregen van de grote bruine vogel geen kans mee te eten, zij (waarschijnlijk, gelet op het formaat) beet alle aanvallers van zich af. Toen het ging hagelen, vloog de slechtvalk naar het oosten en ik terug naar het zuiden.