Donderdag 21 februari 2002 – Lange tenen
Waterhoentjes hebben erg lange tenen – in de letterlijke betekenis van het woord. Hoewel je ze vaak zwemmend ziet, zijn het geen zwemvogels maar steltlopers, met die lange stelten kruipen en sluipen ze graag over en tussen waterplanten. In m’n jonge polderjaren was het altijd weer verrassend om knap beschutte nesten van waterhoentjes te ontdekken. (In parken en singels zijn ze minder schuw en bouwen ze hun kraamkamer nogal zichtbaar.) Ook broedden ze in knotwilgen, die bijna zeldzaam geworden oer-Hollandse boom langs de waterkant, waarin zoveel vogelsoorten en insecten zich thuisvoel(d)en.
Onlangs was er in de internetgroep Zoetermeervogels een discussie over deze alleseter, en over het feit dat hij in bomen en struiken klimt om te eten. Daaraan moest ik vanmorgen denken toen ik bij de Starrevaart zo’n guitig kontje wippende vogel door een wilgenstruik zag kruipen, metershoog boven het water, zich te goed doend aan de katjes.
In hoog tempo vrat dit waterkippie (Gallinula chloropus) zich vol met katjes.
Na m’n vorige Vogeldagboek over roodborsttapuiten hoorde ik dat er deze winter op meer plaatsen gezien worden. Ook kreeg ik de vraag of deze vogels geluk hebben dat het niet hard vriest of dat ze het aanvoelen dat er een zachte winter komt. A.A. Dhont heeft daarover in 1983 geschreven dat hoe warmer het is in de voorgaande winter, hoe meer roodborsttapuiten noordelijk blijven overwinteren. Daarbij werd niet vermeld of ze alsnog naar het zuiden trekken als het (hard) gaat vriezen of dat ze doodgaan van de kou en voedselgebrek, zoals bijvoorbeeld ijsvogels.
Aan de zuidwestkant van de Starrevaart was een roerdomp vrij langdurig te bewonderen voor de rietschelven. Hoewel in het ‘open veld’ blijft het verbazingwekkend hoe moeilijk deze zich behoedzaam voortbewegende reigerachtige te ontdekken is, zo geraffineerd zijn z’n schutkleuren samengesteld. In de Drooggemaakte Grote Polder in Stompwijk nog steeds kleine zwanen: 25 adulte en 14 juveniele. In een smalle sloot zwommen hier 4 vrouwen en 1 man nonnetje bij een paartje knobbelzwanen.