Donderdag 23 mei 2002 – Gesnor
Zo uitbundig als vanmorgen heb ik nog niet eerder een snor horen zingen. Met slechts enkele korte onderbrekingen – om even op adem te komen? – liet de vogel tientallen minuten achter elkaar zijn gesnor horen bij de uitkijktoren van de Starrevaart. Het rietvogeltje zat bovenin een struik, heel goed zichtbaar, riet en takjes beletten me een herkenbare foto te maken. Het is geen mooie vogel om te zien: egaal bruin, maar het enthousiasme waarmee hij eindeloos snort, vergoedt alles. Veel fraaier van kleur is de uit Afrika overgewaaide nijlgans, toch gaat mijn voorkeur verre uit naar onze bruine rietzanger.
Nijlganzen (Alopochen aegyptiaca), ontsnapt uit dierentuinen en vijvers, hebben inmiddels een vaste plaats afgedwongen in onze fauna, waar ze inmiddels bekend staan om hun fraaie kleuren en agressiviteit.
De nijlgans die wekenlang op het eilandje voor de hut zat te broeden, heeft haar nest verlaten. Op afstand moeilijk vast te stellen, maar er liggen in elk geval eieren van een grauwe gans en mogelijk ook van een nijlgans. Een andere nijlgans verkende het pas verlaten meerkoetennest in een buis voor de hut.
Langs het ‘vlinderpad’ tussen fietspad en Meeslouwerplas fotografeerde ik vanmorgen deze argusvlinder (Lasiommata megera) en de fraaie Avondkoekoeksbloem (Silene pratensis). De vlinder is een mannetje, dat is te zien aan de brede donkere baan midden op de bovenvleugels.
Op de slikken en oevers van de vogelplas telde ik 21 jonge kluten, er zitten nog diverse paren te broeden. Binnenkort zullen ook de visdiefjes en de kokmeeuwen uitkomen, 2 jonge kieviten lieten zich zien. Verder o.m. 3 lepelaars, 1 groenpootruiter, 4 bontbekplevieren, 3 zilverplevieren, 6 wulpen, 4 grutto’s en 10 brandganzen, maar dat zullen wel siervijver-brandganzen zijn, net zoals de 2 zwarte zwanen en 1 Indische gans.
Dit jaar hoor ik overal geluiden dat er zo weinig sperwers te zien zijn, laat staan sperwernesten. Nu broeden sperwers zelfs tot in juli, maar ik zie deze kleine stootvogels ook nauwelijks. Sinds een aantal dagen vermoedde ik ‘ergens in de buurt van Benthuizen’ een nest en jawel hoor, vanmiddag kreeg ik zekerheid: op een nest hoog in de bomen zit een sperwer te broeden. Op een gelukkig zeer onopvallende plaats waar ik, zelf ook zo onopvallend mogelijk, vanaf flinke afstand een uurtje door de telescoop heb staan kijken.
Toen ineens hoorde ik de contactroep van haar man. Ze schoot met haar kop omhoog, daarna duurde het nog een minuut voordat manlief zich even (‘k kreeg nauwelijks de kans hem te zien) tegen het nest vastklemde en haar wat voedsel bezorgde. Na nog een paar kreten was hij verdwenen, het wijfje kwam even omhoog en zakte vervolgens weer diep achter de veilige randen van haar nest. Van zulke tafereeltjes kan ik nog dagenlang nagenieten.
Ook genieten was het vanavond in De Wilck: lekker weer en o.m. 3 prachtige gele kwikstaarten, 4 lepelaars waarvan 2 juveniele, 1 groenpootruiter, 2 mannen zomertaling en als surprise een kleine strandloper.
Nog twee foto’s van de avondkoekoeksbloem (Silene pratensis), een close-up en een van de hele plant.