Juni 2002 – De Lot 5
In een zo rijk met gewassen, bloemen en bomen bezaaid gebied als rond de Lot, krioelt het van de insecten. Het indrukwekkendst zijn de vliegende herten met hun geweldige ‘geweien’, onschuldige kevers van wel vijf centimeter groot, die in de avondschemering bij de eikenbomen vlogen. Die kreeg ik niet op de foto, hieronder foto’s van drie andere opvallende insecten.
Gouden tor (Cetonia aurata), in Nederland zeldzaam, met een stralende goudgroene glans en witte dwarsbanden op de dekschilden.
Niet of zeer zeldzaam in ons land zijn de roodzwarte streepwantsen (1 cm) te vinden Ik vond 2 verschillende Latijnse benamingen voor deze landwants: Graphosoma lineatum en wat minder vaak Graphosoma italicum. Een andere Nederlandse naam is pyjamawants. Rond ons vakantiehuis zaten er tientallen, in flinke groepen bij elkaar.
De reuzenhaan (Timarcha tenebricosa) komt volgens mijn informatie alleen in Zuid-Limburg voor. Dit ‘bladhaantje’ kan zo’n 2,5 cm worden en is bekend om het ‘reflex-bloeden’ als hij verstoord wordt: hij scheidt felrood bloed af om aanvallers af te schrikken.