Donderdag 25 juli 2002 – Kleurloos en kleurrijk

Veel vogels zijn aan het ruien, trekken hun winterjas aan. De vrolijke zomerkleuren, die zo goed harmoniëren met de uitbundig bloeiende planten, worden verruild voor onopvallende grijstinten, om in de wintermaanden zo min mogelijk op te vallen. Het betekent ook dat het moeilijker wordt om al die ‘grijze’ vogels uit elkaar te houden: zwarte ruiters, tureluurs, grutto’s, niet te vergeten de kemphanen die in tal van maten en tinten voorkomen, groenpootruiters, strandlopers enz. Als je goed oplet, hebben alle vogelsoorten zo hun eigen kenmerken, die je dan wel moet weten om ze uit elkaar te houden!

Deze zwarte ruiter (Tringa erythropus) begint al lichte vlekken te krijgen, uiteindelijk zal de vogel een geheel grijs pak hebben, met rode poten. Het licht naar beneden gebogen puntje van de snavel zal over een paar maanden een goed kenmerk zijn om hem van de tureluur te onderscheiden. Op de Starrevaart kon je vanmorgen zwarte ruiters in alle tinten zien: van bijna nog geheel zwart, zoals op de foto, tot al bijna geheel grijs.

Zomertortel (Streptopelia turtur) in het gras langs de Kniplaan.

Vlinders blijven fantastische kleurrijke insecten. Langs de Kniplaan zat vanmorgen deze dagpauwoog (Inachis io), een bonte wirwar van felle kleuren.

De goudplevieren zijn onderweg uit hun broedgebieden! Gisteravond twee groepen boven De Wilck, een groep van zo’n vijftig vogels. Binnenkort zullen ze overal in de polders en op plassen te zien zijn. Tweemaal (vanmiddag en eergisteren) bij de sperwers in het Prielenbos wezen kijken, beide malen geen levensteken bij het nest. Maar je moet soms uren op wacht staan om de jongen te zien te krijgen.