Maandag 9 december 2002 – Vorst
Ineens wintert het, slootjes en weteringen glanzen van het ijs, slechts brede vaarten en grote plassen liggen nog gedeeltelijk open. Maar dat zal niet lang duren, voorspellen de deskundigen, zeker wanneer de snijdende oostenwind gaat liggen.
De Starrevaart is voor de helft dichtgevroren, over een paar dagen zullen schaatsers de overgebleven vogels (voornamelijk smienten en slobeenden) verjagen.
Om 11 uur vanmorgen vroor het nog zo’n vier graden. Ik was al vroeger op stap gegaan om te kijken hoe de kleine zwanen, en andere vogels, op deze vorstperiode reageren. De dagtelling bestreek precies ‘mijn’ territorium, van Polder Gnephoek bij Alphen in het noordoosten tot bouwwijk Leidseveen Den Haag/Leidschendam in het zuidwesten.
Overal lagen de polders er verlaten bij, slechts wat kleumende schapen in groepjes dicht tegen elkaar. In de Lagenwaardse polder vloog een handvol goudplevieren, een paar eksters krabbelden nog wat in de grond en verder knobbel- en kleine zwanen, van de laatste soort 48 (47+1), in de Riethoornse polder 3, Polder Nieuw Groenendijk 56 (53+3), Barrepolder 3 (2+1), Drooggemaakte Grote Polder 4 (2+2), de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouder polder 67 (62+5) en op de Starrevaartplas 16. In totaal 197 (185+12). Zoals gebruikelijk als ze hun eerste honger gestild hebben, zwermden de kleine zwanen rond het middaguur uit en dan moet je met tellen stoppen omdat je anders gegarandeerd dubbel telt. (Zo zaten er op een gegeven moment op de Starrevaart 41, waarvan 5 juveniele, maar dat aantal veranderde voortdurend.)
Nonnetjes (Mergellus albellus, female) voor de vogelhut.
Voor de kijkhut zwommen telkens vrouwelijke nonnetjes rond, hoewel ze meestal onder water verblijven, ik telde er 13 in totaal. Verder o.m. 3 brilduikers en 6 rosse stekelstaarten. Bij de kruising Kniplaan/fietspad wemelde het van de vinken, in een boom zaten er 55 (geen enkele keep ertussen kunnen ontdekken) terwijl er in de ruigte tussen rijksweg en fietspad minimaal nog dertig zaten. Boven de vogelplas vlogen ook enkele wulpen rond, bij de Wilckplas zaten tientallen van deze langsnaveligen. Op de Meeslouwerplas wel veel vogels, maar geen ‘bijzondere’ kunnen ontdekken.