Vrijdag 13 december 2002 – Spannend maar… kaneeltaling
Als je met Aad Zevenhoven gaat vogelen, en hij chauffeurt, kan je er gif op innemen dat je een vreemde eend ziet en in een onbekende uithoek belandt. Lees maar!
De trip begon, tegen het middaguur, vrij rustig. Hoewel, een overvliegende houtsnip in Gelderswoude en langs de Burmadeweg maar liefst drie sperwers elkaar najagend (de voorste had een prooi in haar poten), dat overkomt je niet elke dag. Aan de zuidkant van de Burmadeweg, in De Wilck, dook een torenvalkvrouw tevergeefs naar een prooi. De slechtvalken heb ik al ruim een week niet gezien.
Via Zoeterwoude en Stompwijk (6 kleine zwanen in de Grote Polder, tientallen in de Drooggemaakte Grote Polder, niet geteld) naar de Starrevaart gereden. Er was vandaag slechts 1 bonte kraai te zien, opvallend vond ik de 21 pijlstaarten in de wakken, er vlogen 50 kolganzen naar het zuiden over en 30 wulpen. De Meeslouwerplas, ten noorden van de Starrevaart, is geheel ijsvrij, daar zwemmen vele duizenden vogels rond, o.a. 9 rosse stekelstaarten, wat nonnetjes, brilduikers en dodaarzen. Aan de oever o.a. 1 tjiftjaf en 2 goudhaantjes.
En toen rinkelde m’n gsm: iets verder, in de Vliet tegen Leidschendam, zit een blauwvleugeltaling! Zouden we dan tóch een beetje ‘gelijk’ krijgen over onze eerdere waarnemingen van deze taling op de Starrevaart? Wij die kant heen en al snel wenkte een vogelaar: daar zit ‘ie. Een fraai gekleurd eendje, duidelijk kleiner dan de omringende wilde (gezien de kleur vermengd met tamme) eenden, er was nog even verwarring welk merk het precies was, een afbeelding was niet voorhanden, maar het unanieme oordeel was kaneeltaling. Géén blauwvleugel! Hoe mooi de tamme eend ook was, hij komt van oorsprong uit Noord-Amerika en moet ontsnapt zijn uit een siervijver, ze komen hier niet voor.
Kaneeltaling (Anas cyanoptera) op het ijs van de Vliet in Leidschendam
Na deze belevenis ging Aad weer achter het stuur, nu richting de kwekerijen van Boskoop en Hazerswoude. Niet dat we veel vogels zagen, het is met deze vorstperiode nu eenmaal erg stil, maar we kwamen op wegen zoals Molenkolk, Jagerspad, Rietveld, Paddegat, Piskade, Baanwegsekade, op de meeste was ik nog niet eerder geweest. Wat een rust! Tevergeefs gespeurd naar mogelijke pestvogels op besdragende struiken. Een man sperwer zat doodstil op een boomstronk tussen de takken de omgeving te verkennen, wat knobbelzwanen en kraaien, verder een winterse kalmte, met iets minder koud weer een fantastisch fietsgebied.