Donderdag 19 december 2002 – Ganzen en een prachtig bos
Vanmorgen de kerkuil in Lekkerkerk gebracht bij preparateur Bas Perdijk. Ook een waterral meegenomen om op te laten zetten. Deze was zondag bij de Starrevaart gevonden, bij de ontdekking vluchtte een kat weg bij twéé nog warme waterrallen, de een was licht aan de poten aangevreten. Wat daar precies in het riet is gebeurd, zal nooit duidelijk worden. Perdijk vertelde dat er maar weinig waterrallen bij hem worden gebracht, de vogels zijn nogal klein en onopvallend, uilen vallen sterker op.
Na een leerzaam onderhoud bij de preparateur, langs de Lekdijk genoten van de talloze smienten. In De Wilck, op de Starrevaart en andere plassen zie je ook vaak duizenden smienten, maar als de vorst in de polders heerst, verzamelen de eenden zich in grote massa’s in de rivieren, een prachtig gezicht.
Kolgans (Anser albifrons) bij Streefkerk
De Krimpenerwaard is een prachtig land, vergelijkbaar met de Alblasserwaard, maar mijn geboortegrond lonkte en dus in Bergstoep overgevaren. Vlak bij Streefkerk, mijn vorige woonplaats, zaten daar ineens, in dichte groepen bij elkaar, duizenden kolganzen. Ik heb tweemaal een poging gedaan om ze te tellen, 6 en 7 duizend, omdat ik een voorzichtige teller ben houd ik het op zesduizend. Plus driehonderd brandganzen. Van een stilzittende automobilist en rustige fietsers trekken ze zich niets aan, twee trimmers joegen het hele gezelschap verder de polders in.
Een opvallend wit-bruine buizerd (Buteo buteo) diep op de Donkse Laagte
Via de Donkse Laagte, waar slechts enkele buizerds, kraaien, kieviten en hazen zich lieten zien, naar het Alblasserbos bij m’n geboortedorp Oud-Alblas. De zon was inmiddels gaan schijnen en het bos, hoe stil in deze tijd van het jaar ook, oogde soms sprookjesachtig door de effecten van de laagstaande, dofgele gloed.
Winter in het Alblasserbos
De Donkse Laagte