Vrijdag 14 februari 2003 – Kleine alk vermaakt de boel
De kleine alk is niet van de Zoetermeerse Plas weg te slaan. Het vogeltje bekommert zich nauwelijks iets om al het bekijks van vogelliefhebbers en passanten en duikt naar hartelust in het zoete water naar voedsel, waarschijnlijk kleine dierlijke organismen, onder de verzamelnaam plankton. Soms komt hij tot op enkele meters van de kant, meestal zit ‘ie op zo’n meter of dertig, veertig. In ondiep water duikt hij al na een paar seconden weer naar beneden, in dieper water blijft hij langer onder en moet dan ook langer rusten voor een volgende duik. Vanmiddag werd hij gepest door een kokmeeuw, die enkele malen naar hem dook, maar ‘pinguïnnetje’ was de meeuw te vlug af en zwom snel onder water een eind verder, de meeuw had het nakijken.
Langs en op de Zoetermeerse Plas weer het vrouwtje zwarte zee-eend, twee tureluurs en twee witgatten, ook op de Starrevaart zat een witgatje. Er waren hier weer heel wat nonnetjes in de (grote) wakken actief, ik zal er nooit genoeg van krijgen om die fraaie mannetjes te bekijken, harmonische composities in zwart en wit die alleen de natuur kan creëren. Verder liet de roerdomp zich nu en dan aan de westkant zien.
Inderdaad, dit mag je nauwelijks een foto noemen, maar ik kon het niet nalaten een fotootje van de (hals van de) roerdomp (Botaurus stellaris) mee te sturen, ook al was de afstand enkele honderden meters, ik schat zo’n vierhonderd meter.
Deze blauwe reiger (Ardea cinerea) was op muizenjacht langs de Starrevaart. Minutenlang stond hij doodstil, om ineens achterwaarts een vergeefse uitval te doen naar een muisje, naar ik aanneem.
Voor deze aalscholver (Phalacrocorax carbo) is het al zomer, gezien z’n witte kop.