Zaterdag 29 maart 2003 – Eindelijk de velduilen
Vanmorgen heel vroeg in het Balijbos ten zuiden van Zoetermeer, het ligt volgens mij in het grensgebied van Pijnacker en Nootdorp, voor de derde keer deze week op zoek naar de vier velduilen die daar al een tijdje zitten. Heel veel rumoer van grutto’s en kieviten op de weilanden en de ruigtes die grenzen aan het bos, maar anderhalf uur lang geen uil te bekennen. In de herkansing in de namiddag was het gelukkig wel prijs: alle vier de velduilen lieten zich prachtig zien, met hun stramme vleugelslag, soms enkele snelle klappen met de vleugels die aan baltsen doen denken, vaak ook op een polletje of heuveltje een tijdje uitrustend.
Velduil (Asio flammeus) op forse afstand gefotografeerd ten zuiden van het Balijbos in Pijnacker/Nootdorp.
Velduilen zijn broedvogels, bodembroeders, van Noord- en Noordwest-Europa, in Nederland broeden er nog wat paren op de Waddeneilanden maar ze staan op het punt om voor ons land als broedvogel verloren te gaan, alle geschikte leefgebieden zijn verdwenen. Ze lijken sterk op ransuilen maar velduilen jagen ook overdag, ze zijn iets groter dan ransuilen, hebben een bollere kop en kleinere oorpluimen en gele ogen, ransuilen hebben oranje ogen.
Omdat ze zo zeldzaam aan het worden zijn, liet ik me de kans niet ontnemen om ze vlak bij huis nog eens te zien. De vier uilen waren volop aan het jagen, laag boven de grond (ze eten voornamelijk muizen), snel wendend als ze iets bespeurden, een enkele maal lieten ze zich als een baksteen vallen maar niet te zien was of ze een prooi te pakken hadden.
En nog een fotootje van een velduil (Asio flammeus), nu wat dichterbij.
De uilen hadden het even aan de stok met een mannetje bruine kiekendief dat zich hier vertoonde, evenals een paar buizerds en een torenvalk. Verder zat er in het gras een grote zwerm graspiepers, een stuk of zestig à zeventig. Een groepje van 25 goudplevieren trok over naar het noorden.