Zaterdag 12 april 2003 – Lentebok en smelleken
De natuur blijft verrassen. Na een aantal akelig koude dagen schoot de temperatuur als een speer omhoog, vanavond was het nog 14 graden, zon en windstil in De Wilck, een prachtige lenteavond. De vogels vinden het ook schitterend, waren ze de afgelopen dagen wat stilletjes, vandaag wisten ze niet hoe luid ze het heerlijke weer moesten bejubelen.
Als je De Wilck inloopt, hoor je meteen veldleeuweriken zingen, in omliggende polders zie je ze nauwelijks meer, een gevolg van het intensieve gebruik van weilanden voor de veeteelt. Er waren ook veel graspiepers, waarvan er een paar zongen. De grootste verrassing van de dag was een bokje, misschien wel de meest schuwe vogel die in ons land voorkomt. De vogel, een kleine snip, zat in een modderig randje van de plas te foerageren. Daarbij drukte hij zijn lichaam steeds op een neer, die beweging wordt wel eens als ‘naaimachine’ omschreven. De groene strepen op zijn rug vielen meteen op, maar het bokje deed zijn naam als verborgen levende vogel alle eer aan door na een seconde of twintig in de vegetatie te verdwijnen.
De avond kende nog een verrassing. Aan de westkant van De Wilck zat een kleine roofvogel op een hek: een smelleken! Een vrouwtje, althans ik neem aan dat in deze tijd van het jaar jonge mannetjes, die in hun jeugdkleed op vrouwtjes lijken, al hun blauwachtige verenkleed hebben, deze was bruin. Haar houding is fier rechtop, alleen al daarom is ze te onderscheiden van een torenvalk. Zelfs op grote afstand was door de telescoop de druppelvormige streping op haar borst goed te zien. De vogel vloog steeds een eindje verder, met karakteristieke snelle vleugelslagen laag over het land, om uiteindelijk in het oosten te verdwijnen. Verder in De Wilck o.a. kwakende kikkers, een paartje zomertalingen, tussen de groep verwilderde boerenganzen 4 Grote Canadese ganzen en op de hoogspanningsmasten het slechtvalkvrouwtje met de grote witte buik, ze is er nog! Aan het einde van de avond kwamen er wulpen binnenvliegen, die slapen altijd in De Wilck en aangrenzen weilanden.
Als je een dagboek bijhoudt, ben je afhankelijk van de foto’s die je op zo’n dag kan maken, ik plaats zelden een archieffoto. Het betekent ook dat de foto’s niet altijd van de beste kwaliteit (kunnen) zijn, door slechte lichtomstandigheden of grote afstand. Dat was vanavond het geval met het smelleken (gisteren met de dwergmeeuw), maar omdat het toch een bijzondere waarneming is, hierbij twee foto’s van het smellekenvrouwtje (Falco columbarius, female) in De Wilck.
Vandaag eerder een paar uurtjes Zoetermeerse ‘parken’ gedaan. Het Buytenpark is het ruigste, dus leukste. Ook al omdat aan de westkant een paartje bruine kiekendieven aan het nestelen is en man kiek, die een bijzonder wit verenpak heeft, opdringerige rivalen uit de buurt houdt, levert altijd een ‘leuk’ kijkspel op. Op de slaapplaats nog flink wat grutto’s, relatief veel IJslandse. Verder o.m. een witgat en 3 boerenzwaluwen.
IJslandse grutto (Limosa limosa islandica) in zomerkleed aan de rand van het Buytenpark.
Vervolgens naar het Westerpark, groter, parkachtiger, het geluid van groene spechten, 5 roestende ransuilen, in de Natuurtuin een prachtig zingende zwartkop. Het wachten is op de bloei van bijzondere plantensoorten in de Natuurtuin. Toen een gezelschap van zo’n twintig man alle bordjes van ‘geen lawaai maken’ ten spijt aan een rumoerige fotosessie begon, precies bij de dotterbloemen die ik wilde gaan fotograferen, ben ik dit rustigste deel van het park ontvlucht.
Vanavond in De Wilck zag ik weer dotterbloemen (Caltha palustris) dus heb ik ze toch nog op de foto kunnen zetten.