Vrijdag 25 april 2003 – Driemaal De Wilck
Meestal wip ik een of twee keer per dag even bij De Wilck aan, gisteravond, vanmiddag en vanavond ben ik er wat langer geweest, drie keer overigens dat regendruppels me verdreven. Het moet echt eens een keer wat harder gaan regenen, alles is kurkdroog.
De Wilckplas is het domein van knobbelzwanen geworden. Er zit al langer een groep van twintig à dertig verwilderde boerenganzen, een paar grauwe ganzen en Grote Canadese ganzen, en ook nijlganzen, maar nu hebben de knobbelzwanen het plasje ook ontdekt. Gisteravond zwommen er maar liefst 79, vanmiddag 46, in het Amaliaplasje zaten er 43. Ik heb nog nooit zo veel knobbelzwanen in de polders gezien als dit jaar.
De Wilckplas ziet wit van de vele knobbelzwanen (Cygnus olor).
Verdere waarnemingen donderdagavond bij de Wilckplas o.a.: 2 paartjes wintertalingen, 2 kleine plevieren, 4 lepelaars, 5 visdieven, 4 baltsende bergeenden en 1 zwarte ruiter.
Bij de Wilckplas kan je soms opvallende planten vinden, ik vermoed door een floravervalser gepoot. Zoals deze dagkoekoeksbloem (Melandrium rubrum). Er stond slechts één plantje in bloei maar er staat een heel veldje in de knop.
Vanmiddag vlogen er opvallend veel kleine vossen (Aglais urticae) langs het pad naar de Wilckplas. Verse, frisse kleuren, ongetwijfeld de generatie 2003, de vlinders leken ook iets kleiner dan de kleine vossen die overwinterd hebben en de afgelopen maanden te zien waren.
Waarnemingen vrijdagmiddag bij de Wilckplas o.a.: 3 oeverlopers, 2 zwarte ruiters, 3 paar wintertalingen, 2 wulpen, 1 lepelaar en veel roepende, baltsende en stoeiende tureluurs, hún broedtijd is begonnen. Verder rende, zoals al veel vaker gezien, een zwarte hond met bruine vlekken en een witte staartpunt als een gek door De Wilck, alles opjagend en verstorend, vogels kunnen nog wegvliegen maar de vele hazen wisten niet waar ze het moesten zoeken, een tiental vloog vlak langs me heen.
Vanavond naar de westkant van De Wilck, twee watersnippen waren in een slootkant ijverig aan het foerageren, 2 paartjes wintertalingen, 1 kleine plevier, een paar kwikstaarten, 2 zwarte ruiters en ineens een groep van 8 kemphanen, 2 hanen waarvan er een mank liep en 6 hennen. Een erg gejaagd gezelschap (opzij opzij opzij, ‘k heb haast, ongelooflijke haast….), vlug aan de slootkant wat drinken, vlug op het weiland wat voedsel zoeken en vlug weer doorvliegen naar het noorden.