Maandag 5 januari 2004 – Smienten in kluwen en crème
De grote aantallen kleine zwanen die zich tijdens de kortdurige vorstperiode op de Starrevaart hadden verzameld (in het weekend meer dan tweehonderd!), waren verdwenen, ongetwijfeld foerageren ze op de inmiddels sneeuwvrije weilanden. In de Westbroekpolder zaten er 7, op de Starrevaart 6, meer kon ik er niet vinden.
In een wak in het westen van De Wilck zaten vanmorgen erg veel smienten dicht tegen elkaar aan, zo tussen de vier- en vijfduizend, een heel apart gezicht zo’n roodbruine kluwen eenden. Vanmiddag zaten er nog maar een paar honderd. Op de Starrevaart zwom een vrouwtje smient met lichtbruine, crèmeachtige borst en buik. Mogelijk een pigmentafwijking waarbij de normale oranje-geelbruine kleuren voor een groot deel verzwakt zijn, zgn. pastel. Zo heb ik eens een pastel zwarte kraai gefotografeerd waarbij de pigmenten in een deel van de zwarte veren voor de helft was gereduceerd (zie 5 november 2002)
In het riet aan de westzijde van de vogelplas waren soms 2 roerdompen te zien, door het grauwe weer en natuurlijk hun schutkleuren soms nauwelijks van de rietstengels te onderscheiden.
Al sinds enkele weken zie ik regelmatig een grote zaagbek (Margus merganser – Goosander, female) op de Starrevaart, mogelijk steeds hetzelfde vrouwtje. Mooi is de scherpe scheiding te zien tussen kop- en halsveren, bij een vrouw middelste zaagbek verloopt die kleurovergang geleidelijk.
Verder op de plas o.a. 3 (baltsende) mannen brilduiker en 4 vrouwen, 2 vrouwen nonnetje (zondagmiddag pas de eerste man nonnetje gezien van dit overwinteringsseizoen: met 2 vrouwen zwom hij op de Wijde Aa bij Woubrugge), 1 vrouw grote zaagbek, 4 bonte strandlopers, 1 bonte kraai en op het slik 1 waterpieper. Bij de uitkijktoren liep een waterral. In De Wilck 1 slechtvalk.