Woensdag 21 januari 2004 – Dwergganzen, zeearend en nog meer moois
We hadden bijna de moed opgegeven toen ik vanmorgen in de Polder het Oude Land van Strijen ineens de lichte oogringen ontdekte van dwergganzen: daar zaten 13 van deze vogels die op sterven na dood waren maar na herintroductie zich lijken te herstellen.
Voor de kerst was ik al eerder op zoek geweest, toen niet gevonden, nu hadden Aad Zevenhoven en ik het gebied al aardig afgestroopt, waren bijna aan het einde van een landweggetje en daar zaten ze dan. Ze lijken wel erg veel op kolganzen, maar hun opvallende gele oogring verraden ze, hun witte bles reikt hoger op de kruin, de tekeningen van hun veren is wat ‘scherper’ dan van de kollen.
Dwerggans (Anser erythropus – Lesser White-fronted Goose) in het oude Land van Strijen.
Ineens hielden de dwergganzen en de duizenden brand- en kolganzen hun koppen schuin, oogje omhoog en Aad zag als eerste, bijna recht boven de auto, een enorme zweefpiet vliegen, een zeearend met zijn vierkante vleugels, lichte kop en borst, ongetwijfeld een adulte vogel. Helaas konden we de auto niet uit, zonder de ganzen te verstoren, om de vogel beter met onze kijkers te volgen, hij vloog hoog en schuin achter ons weg naar het zuidoosten.
Ter vergelijking: een kolgans (Anser albifrons – Greater White-fronted Goose). We hebben nog twee geringde kolganzen afgelezen: L48 en NPC, een derde zat te ver weg, evenals geringde brandganzen. Ook ten minste een dwerggans was geringd, maar het gras hield de juiste kleurencombinatie verborgen.
Brandganzen (Branta leucopsis – Barnacle Goose) in Strijen.
Twee sneeuwgorzen (Plectrophenax nivalis – Snow Bunting) vlogen onrustig over de zandduinen, een vrouwtje zat net lang genoeg stil om een fotootje te kunnen maken.
Via de Prunjepolder-Zuid (o.a. 3 kleine zilverreigers) naar de Brouwersdam gereden, waar al dagen een 1e winter brilzee-eend wordt gemeld, een zeldzame dwaalgast uit Noord-Amerika. Er stond een flinke groep vogelaars, er waren wat vage opmerkingen dat de vogel gezien werd, we hebben goed meegespeurd maar in de tijd dat wij er waren, liet de vogel zich niet zien. In ongeveer dezelfde periode dat wij er waren, zou ook nog een mogelijke Amerikaanse zee-eend zijn gezien, wij hebben daar niets van meegekregen.
Kleine zilverreiger (Egretta garzetta – Little Egret) in de Prunjepolder.
Er waren in elk geval enkele honderden zwarte zee-eenden, ook dreven er wat grote zee-eenden tussen, een tiental van die prachtige ijseenden (volgens sommigen de mooiste eenden die er zijn), wat kuifduikers, een heleboel middelste zaagbekken, brilduikers en eidereenden en, slechts veraf, wat grote duikers. In de zandhopen langs de Brouwersdam zaten 2 sneeuwgorzen.
Aan de noordwestkant, waar boten te water gelaten kunnen worden, lag een zeehond, vreemde, onnatuurlijke bewegingen te maken. Het beest leek wat verlamd, maar toen iemand dichterbij ging kijken, was het dier rap te water. Maar ook weer snel aan de kant, hij was duidelijk niet in orde. Op een gegeven moment zag ik dat zijn staart was beschadigd, ook bloedde. Voor het gewonde dier, dat gemerkt was maar ik kon de code op het oranje plaatje niet aflezen, is hulp gevraagd. Toen wij vertrokken, was die nog niet gearriveerd.
Gewonde gewone zeehond (Phoca vitulina – Common seal) langs de Brouwersdam.