Vrijdag 6 februari 2004 – Gele poten en houtige zwammen
‘Wie het weet, mag het zeggen’. Dat schreef ik vorige vrijdag bij een zilvermeeuwachtige vogel met gele poten die op de Starrevaart zat. Veel reacties kwamen er niet, voor mij nóg een bewijs dat het allemaal niet zo eenvoudig is. Ik heb drie meeuwendeskundigen gevraagd, ook zij hadden geen pasklaar antwoord, dan zouden ze meer details van de veren moeten kunnen zien.
Duidelijk is het volgende. In tegenstelling tot de bewering in veel vogelboeken dat zilvermeeuwen altijd roze poten hebben, blijken er zilvermeeuwen te zijn met gele poten: er zijn kolonies met gelige poten in Nederland en Noord-Noorwegen. Ook zijn er Baltische zilvermeeuwen met gele poten, die worden omissus genoemd. Dan heb je nog de ‘echte’ geelpootmeeuwen, meer uit zuidelijk Europa (broeden steeds noordelijker, ook in ons land) en kleine mantelmeeuwen (gele poten) met soms niet zulke donkergrijze vleugels.
Nog een keer de zilvermeeuw (Gull with yellow legs) met gele poten (foto 30-1-2004).
De opvattingen over de Starrevaartmeeuw verschilden nogal. Een kleine mantelmeeuw zal het niet zijn, een keuze uit de drie andere ‘soorten’ lijkt niet mogelijk. Om in zulke gevallen meer zekerheid te kunnen krijgen, zal ik voortaan meer gegevens over bijvoorbeeld vleugels en staart moeten noteren en/of meer bijzonderheden op de foto moeten vastleggen.
Het hele complex meeuwen is uiterst ingewikkeld, zeker meeuwen in juveniel kleed (zeg maar in de periode dat de vogels vliegvlug worden) en in 1e winterkleed (na het juveniele kleed). Bij grote meeuwensoorten duurt het zelfs vier jaar voordat het adulte kleed is bereikt, en in al die periodes hebben ze verschillende verenpakken. Plus dan nog eens allerlei ’tussenvormen’ van die meeuwensoorten….. In elk geval is de meeuw op deze foto een zilvermeeuw (Larus argentatus – Herring Gull; third winter) in 3e winterkleed (foto 3-2-2004 Starrevaart).
Eind vorig jaar hing er, op zo’n 2,5 meter hoogte, aan een stam van een populier langs de Nieuwe Weg in Zoeterwoude-Dorp een zwam. Een leuk gezicht, heb er eens een fotootje van gemaakt maar nooit met Vogeldagboek meegestuurd. Onlangs is er snoeiwerk aan de bomen verricht en ineens was de zwam verdwenen: misschien vond iemand hem wel mooi en heeft hem meegenomen. Het ging om een zadelzwam (Polyporus squamosus – Dryad’s Saddle), een jong exemplaar met nog weinig schubben (foto 25-11-2003).
Deze week zag ik weer een houtige zwammensoort, ditmaal op een dode tak langs de Meeslouwerplas. Het gaat hier echter om een roodporiehoutzwam (Daedaleopsis confragosa), te herkennen aan de bij druk of beschadiging rood(bruin) wordende, labyrintachtige poriën en de taaie, gezoneerde hoed. Foto onder de onderzijde van de zwam (foto’s 3-2-2004).