Vrijdag 16 april 2004 – Jeugdvogels in de Kijfhoek
Al weer flink wat jaren geleden wandelde ik regelmatig door Kijfhoek, Bierlap en Meeuwenhoek in de Meijendel. Een schitterend duingebied, bovendien heerlijk rustig omdat het slechts op vertoon van een kaart toegankelijk is. Meestal ging ik op zondagmorgen heel vroeg de werkstress uit mijn hoofd laten waaien. Als de eerste kerkklokken van Wassenaar begonnen te luiden had ik er al een halve dag opzitten.
Vanmorgen, niet zó vroeg, ben ik er weer eens geweest. Heb me met mijn volle ‘fotobepakking’ beperkt tot de Kijfhoek. Ik had er bijna met terugwerkende kracht spijt van dat ik er niet vaker naartoe ga. Niet dat er al zo veel te zien is, de meeste duin- en bosvogels moeten nog arriveren, maar de stilte werkt louterend. Als je ergens rustig gaat zitten, de eerste nachtegalen (3) hoort zingen, de tjiftjafs en fitissen steeds dichterbij komen, dan krijg je een gevoel alsof je met de natuur vergroeit. Een heel prettig gevoel.
Dat wordt nog eens versterkt als je in de verte het wat horterige, melancholische liedje van een gekraagde roodstaart hoort. Ik zie meteen het Oosteinde in mijn geboorteplaats Oud-Alblas voor me, de weg waar ik zes jaar langs naar school fietste, en waar bij Leeuwis, Kortleve en andere boeren deze prachtige vogeltjes in de knotwilgen nestelden. Helaas heeft deze lijsterachtige de weidegebieden de rug toegekeerd.
Deze gekraagde roodstaart (Phoenicurus phoenicurus – Common Redstart; male) zat bij de Kijfhoek, ook bij de parkeerplaats had ik er al een gezien. Een prachtige man die ik van afstand hoorde zingen, maar het duurde vrij lang voordat hij zich hoog tussen de takken enigszins blootgaf.
Een vrouw grote bonte specht (Dendrocopos major – Great Spotted Woodpecker; female), een man heeft een rode nekvlek.
Zoals gezegd was het vrij stil. Ook op de grote plas waar je vanaf de Kijfhoekhoogte op kan kijken. De leukste waarnemingen waren een zingende boomleeuwerik, twee zingende boompiepers, een groene specht, een paar grote bonte spechten en een paartje glanskoppen. Slechts twee overvliegende buizerds, verder geen roofvogels.
Glanskoppen (Parus palustris – Marsh Tit) verschillen van matkoppen o.a. doordat ze egale vleugels hebben en een smal befje.