Maandag 19 april 2004 – Slecht jaar kleine zwanen
Dit was het vierde seizoen dat ik de kleine zwanen heb geteld in ‘mijn vogelgebied’ tussen Starrevaart en Spookverlaat. Iets ruimer gezegd: tussen Leidschendam en Alphen aan den Rijn. Het was, in elk geval in dit gebied, een bar slecht jaar voor de kleine zwanen. Per teltocht zag ik er gemiddeld maar 13,2, in het seizoen 2001/2002 waren dat er 59,82, ruim viermaal zo veel. Ook het aantal jonge kleine zwanen was niet erg hoog, er was wel een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar.
In de tabel hieronder heb ik het totaal aantal kleine zwanen genoteerd dat ik geteld heb in de maanden oktober tot en met maart, wanneer deze Siberiëgangers hier verblijven. Verder het aantal waargenomen juveniele vogels, vervolgens het percentage jonge vogels op het totaal, het aantal tellingen dat ik verricht heb en het percentage kleine zwanen dat ik gemiddeld per ronde heb waargenomen. Ik ben benieuwd hoe mijn gegevens zich verhouden tot tellingen in andere gebieden.
Afgelopen vrijdag (16 maart) heb ik in de Meijendel de volgende foto’s gemaakt.
In het door de zon verwarmde zand zag ik flink wat basterdzandloopkevers (Cicindela hybrida – Dune Tiger Beetle), een insect van hei en duin. Het zijn misschien wel de hardst lopende kevers, rovers die leven van insecten. Ze kunnen trouwens ook vliegen.
Duinviooltje (Viola curtisii – Seaside Pansy).
Mieren zie je overal, voor een rode bosmier (Formica rufa – Red Wood Ant) moet je toch wel in bos en duin zijn. Op de foto een werkster.