Mei04_17

Maandag 17 mei 2004 – Baltsende kemphanen

De kemphaan stond een tijdje roerloos voorover, de punt van zijn snavel raakte het water. Zag hij een interessante prooi? Bewonderde hij zijn spiegelbeeld? Ik zoomde nog wat extra in om te kijken wat de in volledig bruidskleed getoonde kemphaan nu eigenlijk aan het doen was, toen hij zich oprichtte en de dichtstbijzijnde kemphen het hof begon te maken. Een baltsende kemphaan! Een tweede man kwam aangevlogen, ging ook even in trance staan en maakte ook wat bevallige bewegingen richting kemphennen.

Het baltsspel duurde maar kort, er vond geen paring plaats. Toch was het een voor mij bijzondere gebeurtenis, want waar zie je midden mei anders dan in een broedgebied nog baltsende kemphanen? Zouden ze hier, in het plasdrasgebied in vogelweidegebied De Donkse Laagte, gaan broeden? Dat zou best bijzonder zijn, want het aantal broedparen in ons land is tot bijna het nulpunt gedaald. Nu zeggen baltsende vogels natuurlijk nog niet alles, maar we moeten het daar goed in de gaten houden!

Kemphaan170504

Kemphaan (Philomachus pugnax – Ruff) op De Donkse Laagte.

Vanmorgen naar mijn geboorteland gereisd, de Alblasserwaard. Toen ik de autodeur bij de oude Zijdebrug opendeed, klonken van alle kanten de vogelgeluiden me tegemoet. In de bosjes bij de brug o.a. een zingende zwartkop, tuinfluiter en spotvogel, boven de weilanden veldleeuwerik en grutto. In de smalle rietkragen langs de Achterboezem erg veel kleine karekieten en veel minder rietzangers. Later op de dag bij de Zouweboezem, waar je juist uitgebreide rietvelden hebt, was het andersom: erg veel rietzangers. Die hebben kennelijk graag veel riet om zich heen.

Terwijl ik bij het plas-drasgebied in Oud-Alblas stond te kijken, klonk vanuit de aangrenzende eendenkooi de melancholische roep van een wielewaal! Het doffe geluid van een holenduif is daarmee vergeleken maar saai. Op het ondergelopen land o.a. 1 man zomertaling, 2 man smient en 5 groenpootruiters. Iets verderop zaten twee purperreigers, een volwassen vogel en een lichtbruine, een vogel in zijn 1e zomerkleed die volop van deze zomerse dag aan het genieten was.

In de plasdras bij Den Donk was het zeer levendig, aan de kanten scharrelden o.a. 4 jonge tureluurs. Behalve de kemphanen (3 mannen en 8 vrouwen) ook nog 4 man (en mogelijk 1 vrouw) zomertaling, 3 man en 1 vrouw smient (die zie je tegenwoordig overal overzomeren), 5 bosruiters, 1 oeverloper en een vrouw bruine kiekendief. Onderweg naar de Zouweboezem, en daar ter plekke, zou ik nog 3 vrouwen en 1 man bruine kiek zien.

Zwartestern170504B

Zwarte sterns (Chlidonias niger – Black Tern) brengen hun vlotjes in gereedheid voor het broedseizoen.

Op de grens van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden ligt dat prachtige gebied, de Zouweboezem. In de verte zag ik al een paar purperreigers vliegen, ik was nog nauwelijks op stap of in de verte hoempte een roerdomp, nog lager dan de laagste toon uit een alpenhoorn. Er zaten minstens 2 van deze schuwe vogels.

Wel duidelijk zichtbaar zijn de zwarte sterns, ongeveer 25 vlogen af en aan naar de vlotjes, die in gereedheid worden gebracht om te gaan broeden. Nu en dan was er wat paniek als een karper te dicht in de buurt kwam, kennelijk vrezen ze zijn klappen met de staart die hun nesten flink in beweging kunnen zetten. Hier verder o.a. 1 blauwborst en 1 groenpootruiter.

Kleinekarekiet170504

Kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus – European Reed Warbler) in de Zouweboezem.

Aan de westkant van De Wilck zag ik vanavond ook de eerste tureluurkuikens. Een fuut had een grote baars te pakken, de vier jonge fuutjes gingen er bedelend achteraan. Dat ging niet, de vis was groter dan de kleintjes! De ouders bedachten een handige oplossing: de fuut met vis dook onder, de andere fuut lokte het viertal een andere kant op en vervolgens kon, op afstand, de vis worden verorberd. Die gleed na veel heen en weer geslinger op onnavolgbare wijze door een ogenschijnlijk veel te smalle hals naar binnen. Verder nog een paartje tapuiten en een oeverloper.