Dinsdag 18 mei 2004 (vervolg) – Temmincks en nog meer moois
Een latertje vandaag. Vanavond naar de Wilckplas. ‘k Dacht voor de koffie weer thuis te zijn maar er was elke keer weer wat te zien zodat ik niet weg kon komen. Erg lang bezig geweest om een Temmincks strandloper op de foto te krijgen. Het beestje, dat van zichzelf al niet bepaald kleurrijk is, bleef maar in de schaduw hangen, met de zon op de achtergrond, tussen de begroeiing, en liet zich nauwelijks fotograferen.
Een Temmincks strandloper (Calidris temminckii – Temminck’s Stint) in de Wilckplas. Bepaald geen beste foto’s, maar de vogel is toch uniek genoeg om een paar plaatjes te laten zien. De naam Temminck komt van de Leidse natuuronderzoeker dr. C.J. Temminck, de eerste directeur van het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie.
Maandagavond waren er trouwens 7 Temmincks strandlopers gezien. Ook de afgelopen twee dagen baltsende kemphanen, vanavond helaas geen. Verder o.a. 1 lepelaar, 1 man smient, 1 man tafeleend, 1 man zomertaling, 1 vrouw wintertaling (ernstig gewond aan linkervleugel), 2 visdiefjes, 2 kluut, 2 groenpootruiters, 3 oeverlopers, 1 man gele kwikstaart, 1 vrouw paapje en 1 vrouw tapuit.
Man gele kwikstaart (Motacilla flava – Blue-headed Wagtail) zit zich te poetsen aan de rand van de Wilckplas.
Aan de westkant van De Wilck zie je niet zo veel graspiepers ( Anthus pratensis – Meadow Pipit), aan de oostkant zie je ze vaker.