Jul04_08

Donderdag 8 juli 2004 – Oeverzwaluwwand onder druk

Vanmorgen na een fietstochtje door het Balijbos (o.a. 6 oeverlopers, 4 witgatten, 1 groene specht; bij de begraafplaats in Benthuizen ook een groene specht, die had ik in mijn durpie nog nooit gezien) even kijken bij de oeverzwaluwwand in Oosterheem. Ik schrok me rot. Bovenop de zandhoop en links en rechts van de nesten werd volop (af)gegraven, grote zandwagens denderden op een tiental meters voor de nestgangen heen. Links van de nesten was de wand ingestort, spontaan of door al het machinegeweld?

Oeverzwaluw080704

Oeverzwaluw (Riparia riparia – Sand Martin) bij het nest.

Ik heb alarm geslagen, wat daarna is gebeurd zal ik niet allemaal uit de doeken doen, dat is niet zo interessant. In elk geval is de AID (Algemene Inspectie Dienst) komen kijken, de inspecteur heeft me nog driemaal gebeld (zie verderop).

Van een aanwezige heb ik begrepen (en vrijdagmorgen heeft de AID me geïnformeerd) dat de conclusie was: het valt allemaal wel mee. De machines zouden afstand hebben gehouden (ten minste 15 meter; er bestaat overigens geen richtlijn voor het begrip ‘afstand’), de vogels zouden geen hinder van de werkzaamheden hebben ondervonden. (Enkele weken geleden zou een ‘onwetende’ chauffeur wel schade hebben aangericht).

Vanmorgen telde ik circa tien nestgaten. Aanzienlijk minder dan de ruim veertig (en er zijn door anderen bijna zestig gaten vastgesteld) die ik enkele weken geleden had geteld. Ik realiseerde me op dat moment niet dat ik die veertig vanaf een talud had opgespoord, de tien van vanmorgen zag ik vanaf de openbare weg. Gelukkig, zo heb ik inmiddels begrepen, zijn alle of vrijwel alle nesten nog in tact.

Dat neemt niet weg dat er volgens mij veel te dichtbij wordt gewerkt en dat het risico van verstoring of instorting van de nestgangen levensgroot aanwezig is. Gevolg van de actie van vandaag is in elk geval, dat de uitvoerder beloofd heeft (nog) zorgvuldiger bij de nestwand te werk te gaan. Morgen zouden er nog wat afrondende werkzaamheden gebeuren, daarna zwijgen de machines stil en kunnen we (weer) volop genieten van het gekwetter van oeverzwaluwen en binnenkort van hun kleintjes. Een pak van m’n hart!

Merel070704

Mannetje merel (Turdus merula – Common Blackbird; male) zit heerlijk in het zonnetje uit te buiken. Foto 7 juli in onze tuin.

MolenDeHoop080704

Restauratie van korenmolen De Hoop in Oud-Alblas, mijn geboortehuis. De ene nieuwe roede (horizontaal) is al gestoken (foto boven), de ander bungelt vlak voor het molenkruis en zal spoedig op zijn plaats zitten. Twee wieken zijn al op de grond gemonteerd, de andere twee worden de komende week bevestigd. Op de foto onder is het hijswerk nagenoeg voltooid.

MolenDeHoop080704A

De eerste keer dat de AID me belde, was ik in Oud-Alblas. Ik woonde in 1965 nog thuis op korenmolen De Hoop toen er twee nieuwe roedes in het molenkruis werden gestoken, met daaraan de vier wieken. Na bijna veertig jaar waren er onlangs scheuren geconstateerd en uit veiligheidsoverwegingen moesten de ijzeren roedes vervangen worden, dat gebeurde dan vanmiddag.

In pakweg twee uur tijd en in een heel soepel tempo werden de ouden molenroedes uit het kruis gehaald en de nieuwe erin geplaatst. Op de grond waren al twee wieken gemonteerd, de rest wordt vanaf de balie (omloop) bevestigd. En dan kan mijn broer weer malen!