Maandag 19 juli 2004 – Steenrode krombekken

Vanmorgen vroeg naar de Starrevaart in de hoop dat het voedertijd was voor de jonge baardmannetjes die de afgelopen weken aan de oostzijde waren gezien. Het wemelde er van de juveniele kleine karekieten, rietzangers en rietgorzen, maar de ‘rietmezen’ lieten zich niet horen of zien.

Een paar leuke waarnemingen, o.a. 4 krombekstrandlopers waarvan 3 nog heel mooi steenrood, een juveniele groene specht die vanuit Vlietland naar de hut vloog en vandaar meteen weer verder en 3 zomertalingen. Verder o.a. 29 lepelaars, 4 man en 1 vrouw rosse stekelstaart, 1 watersnip, 1 witgat en de gebruikelijke ijsvogel bij de parkeerplaats.

De seizoenen komen en gaan. Nog maar kort geleden waren de zwarte ruiters (Tringa erythropus – Spotted Redshank) nog geheel zwart, ze zijn nu aan het ruien en krijgen een rommelig, bont bruinzwart verenpak.

Putters (Carduelis carduelis – European Goldfinch) foerageren op de akkerdistels rond de vogelplas.

Een man rietgors (Emberiza schoeniclus – Reed Bunting) heeft zojuist zijn kroost gevoerd en rust nu even uit.

Drie zomertalingen (Spatula querquedula – Garganey) op de plas. Twee vlogen snel weg, deze liet zich fotograferen. Maar wat is het? Het verschil tussen adulte vrouw (en verder in de tijd ook adulte man) en juveniel is nauwelijks zien.

Vanavond nog even bij de Wilckplas geweest. Een groep van 43 kemphanen zat te badderen, een mooi gezicht al die bontgekleurde mannen op een kluitje. Verder aan de rand van de plas o.a. 3 watersnippen (komen zoetjesaan ook terug), 1 bosruiter, 1 zwarte ruiter, 1 witgat en een overvliegende adulte purperreiger.

Verder in De Wilck en omliggende weilanden nog tal van andere kemphanen, 2 ooievaars en ook de eerste teruggekeerde goudplevieren, in Polder Nieuw Groenendijk zag ik 11 kopjes boven het gras uitsteken. Op hoogspanningsmast 58 ook al een kopje dat net te zien was boven de ijzeren stangen: de boomvalk bij het nest.