Vrijdag 17 september 2004 – Zeven geringde lepelaars
Het begon en eindigde vanmiddag spectaculair op de Starrevaart. Bij het plasje bij de parkeerplaats stond ik nog maar een paar minuten naar libellen te turen, toen ik een ijsvogel hoorde roepen die vervolgens vlak voor me over het water scheerde.
Even later kwam een boomvalk langs op insectenjacht, nu en dan boven de bomen van de moerasjes tussen Kniplaan en Meeslouwerplas, enkele malen boven het plasje vlak voor me. Terwijl ik deze boomvalk volgde, zag ik in m’n ooghoeken een beweging, en daar kwam de tweede aan! Zeker een half uur lang waren die sierlijke valken aan het jagen voordat ze naar het noordoosten verdwenen.
In de hut was het niet echt spectaculair te noemen. Een toenemend aantal eenden, ze moeten hun prachtkleed nog aantrekken. Slechts 2 lepelaars, 1 heilige ibis, 5 zwarte ruiters en de geelpootmeeuw die hier de laatste dagen huist. Na een uitgebreide poetsbeurt vertrok hij richting polders Stompwijk. Ik ging er ook vandoor.
Geelpootmeeuw (Larus michahellis – Yellow-legged Gull) op de Starrevaart. Op de foto onder is het verschil in pootkleur met een zilvermeeuw goed te zien. Beide vogels hebben een nagenoeg even grijs verenkleed (geelpoot meestal iets donkerder en geelpoot is ook iets groter), maar een zilvermeeuw links heeft roze/vleeskleurige poten en een geelpootmeeuw knalgele onderdanen, zie foto onder (Below: .European Herring Gull left and Yellow-legged Gull right). Ook een kleine mantelmeeuw heeft gele poten maar die heeft veel donkerder/zwartere vleugels.
Heilige ibis (Threskiornis aethiopicus – Sacred Ibis) op het schelpeneilandje.
‘k Was net de hut uit of er kwam een groep van 19 lepelaars aanzeilen. Prachtig mooi die witte vogels die eerst nog wat showrondjes draaiden voordat ze landden. Door mijn verrekijker zag ik dat een ooievaar een rode ring om zijn poot had. Ik terug naar de hut om rustig de ring af te lezen. Maar al gauw bleek dat niet één van de 19 vogels geringd was, maar 7! Een enorm hoog aantal.
Ik heb al eens eerder gezegd/geschreven dat ik niet zo’n voorstander ben van het willekeurig in mistnetten vangen en ringen van (kleine) vogels. Er gebeuren daarbij te veel ongelukjes, er worden maar weinig ringen teruggevonden en erg veel resultaten van dat gering zie je niet.
Het kleurringen van lepelaars, kleine zwanen enz. heeft als voordeel dat ze relatief makkelijk te volgen zijn en dat geeft een schat aan informatie over gedrag, rust- en voederplaatsen enz. Daaruit kunnen lessen worden getrokken bij de bescherming van dergelijke vogels.
Zie je midden op de Veluwe aardbeien groeien en dan mag je toch denken dat het bosaardbeien zijn? Via een attente lezeres kwam ik erachter dat dit geen bosaardbei was zoals ik woensdag schreef. Enig speurwerk bracht de oplossing: het zijn schijnaardbeien (Potentilla indica – Yellow-flowered Strawberry). Deze vruchten, die overigens heel flauw smaken, zijn van Aziatische oorsprong en komen overal verwilderd voor. Ze hebben gele bloemen en de blaadjes van de bijkelk, waarop de vrucht rust, steken ver buiten de vrucht uit.