Dinsdag 5 oktober 2004 – Onruststokende sperwers
Vaak zie je in de polders en op plassen ineens alle vogels het luchtruim kiezen. Duidelijk is dat ze dan ergens van geschrokken zijn, meestal een roofpiet. Een buizerd, een kiekendief of een slechtvalk zie je wel als ze aan het jagen zijn, maar een sperwer is veel moeilijker waar te nemen. Dat komt omdat deze jager in de meeste gevallen heel laag blijft waardoor hij nauwelijks opvalt tegen een achtergrond.
Op de Starrevaart was het vanmorgen ook telkens onrustig. Steeds gingen de vogels de lucht in. Dat is trouwens wel handig om vogels als watersnippen (65), goudplevieren (55) en zwarte ruiters (31) te tellen. Eenmaal was een vrouw bruine kiekendief de oorzaak, de andere keren moeten sperwers actief geweest zijn. Dat heb ik niet altijd kunnen vaststellen, wel twee keer dat een sperwer (een volwassen man en een jonge vrouw) op het slik ging zitten. Mogelijk waren er meer sperwers in de buurt want er vlogen er ook over, wellicht dezelfde vogels.
Scholeksters (Haematopus ostralegus – Eurasian Oystercatcher) op de Starrevaart.
Leuke waarnemingen waren de 5 zwarte sterns die aan de westkant aan het foerageren waren, de kleine strandloper, de bonte strandloper en nog een lepelaar. Verder o.m. 3 kemphanen, 2 tureluurs, 1 heilige ibis, 2 rosse stekelstaarten, voor de kijkhut een ijsvogel, ook een bij de Meeslouwerplas waar verder een waterral zich liet horen. Lang staan kijken naar een huiszwaluw die witte staartpunten leek te hebben. Uiteindelijk (het valt niet mee zo’n snel vogeltje goed te bekijken) zag ik dat er een draadje tussen zijn punten hing.
Op de Starrevaart bivakkeren op het ogenblik heel veel krakeenden (Mareca strepera – Gadwall). Vanmorgen was ik met tellen begonnen, ook van de slobeenden, maar nadat ze verschrikt waren opgevlogen, ben ik ermee gestopt. Het is een lastig werkje al die eenden te tellen en na die mislukte pogingen had ik er gewoon geen zin in om opnieuw te beginnen.
In De Wilck 2 grote zilverreigers. De ene had ik op 28 september in de Generale Polder gezien. Het is een Franse vogel, zo heb ik van de ringer te horen gekregen. Hij/zij is op 18 mei 2003 als nestjong geringd in het (zeer grote) Lac de Grand-Lieu bij Nantes in de Loire Atlantique. Ik dacht dat de middelste ring blauw was, maar dat blijkt groen te zijn. Op grote afstand verwar je die kleuren makkelijk. De vogel is inmiddels naar Nederland verhuisd want hij is waargenomen op 11 juli 2003 in Terneuzen, op 13 juli 2003 in Hoek (Zeeuws-Vlaanderen) en op 2 januari 2004 op de Hellegatsplaten bij Oostvoorne.
In de namiddag het aantal watersnippen op de Benthuizer Plas geteld: 260. Dat waren de vogels die zichtbaar waren, de meeste zaten op de oevers van de eilandjes aan de zuidoostkant. Ongetwijfeld zwaren er (veel) meer watersnippen op de BP want telkens zag ik uit de begroeiing op de eilandjes snippen te voorschijn komen.
* Maandagavond tegen het donker staan kijken naar de vele honderden spreeuwen die van alle kanten kwamen aanvliegen om in het riet aan de noordoostkant van de Benthuizer Plas te overnachten. Uiteindelijk zaten er, ruwe schatting, zo’n tweeduizend spreeuwen luidruchtig te vergaderen voordat ze gingen slapen.