Dinsdag 19 oktober 2004 – Sneeuwganzen in de mist
De mist was nog dik toen ik het er vanmorgen op waagde en richting Starrevaart reed. Daar moest ik nog een uurtje wachten voordat de zon doorbrak, maar dat wachten was geen straf. Een groep van 14 baardmannen zwierf rond de parkeerplaats. Hun gepingel in de lucht is een leuk geluid om naar te luisteren. Als ze vliegen met hun lange staarten schuin naar beneden lijkt het net een groep bewegende kruizen, het riep bij mij althans een sterke associatie op met een oorlogskerkhof. Helaas waren deze fraaie vogeltjes met het eerste zonlicht verdwenen.
Op deze zonnige dag liet dit late bonte zandoogje (Pararge aegeria – Speckled Wood) zich zien bij de Starrevaart-parkeerplaats.
Nauwkeurig de vogelplas afgezocht, met meerdere vogelaars, maar de grote franjepoot liet zich niet zien. Waarschijnlijk vertrokken. Hoewel? Ik kreeg vanmiddag de melding dat de vogel gistermiddag nog aan de noordkant van de plas gefoerageerd heeft. Op de slikken en langs de kanten zaten erg veel watersnippen, het worden er steeds meer. Iemand telde er (dus alleen de zichtbare vogels) 250, alsmede 47 zwarte ruiters! Zelf nam ik de goudplevieren voor mijn rekening: 280, maar dat kunnen er de komende tijd nog aanzienlijk meer worden.
Dodaars (Tachybaptus ruficollis – Little Grebe) op het plasje bij de parkeerplaats.
Verder o.m. 37 kramsvogels die een tijdje rond de plas foerageerden, 5 kleine zwanen, 2 man en 2 vrouw rosse stekelstaart, 3 brilduikers, 1 nonnetje (mogelijk dezelfde als die ik eerder heb gezien), 3 bonte strandlopers en 1 keep. Op het plasje bij de parkeerplaats ook 1 dodaars en 1 waterral die door een waterhoen verjaagd werd.
Op de westelijke kade langs de Geerpolder zitten al een aantal dagen twee sneeuwganzen (Anser caerulescens – Snow Goose) tussen de (honderden) Canadese ganzen. Vogels die aan alle kenmerken van ‘echte’ sneeuwganzen voldoen: geheel wit met zwarte handpennen, roodachtige poten en snavel waarop een zwarte snijrand. De vogels grazen vreedzaam langs de weg. Als je stopt om ze te fotograferen, tonen ze zich wel waakzaam maar niet echt schuw. Ze zijn ongeringd, volgens mij desondanks ontsnapte exemplaren. Maar het zijn wel sneeuwganzen met alles d’rop en d’ran. Als deze vogels ergens gezien worden waar hun tamheid minder opvalt, dus op een grotere afstand, zullen ze ongetwijfeld als ‘echte’ sneeuwganzen uit Siberië of Noord-Amerika gemeld worden.