Woensdag 27 oktober 2004 – Duizenden trekvogels
Vanaf de uitkijktoren bij de Starrevaart had ik vanmorgen een prachtig uitzicht op de talloze vogels die, geprikkeld door hun genen, op weg zijn naar voedselrijke(re) overwinteringsgebieden. Honderden aalscholvers (enkele groepen van rond de driehonderd), veldleeuweriken (die bleven tot in de middag doorstromen), kramsvogels en spreeuwen, minder talrijk waren ganzen, vinken en graspiepers, verder nog wat sperwers, torenvalken, koperwieken, roeken, waterpiepers en ringmussen.
Het gaat goed met de fuut (Podiceps cristatus – Great Crested Grebe), waarschijnlijk omdat er veel voedselrijk water is. Alleen als het vriest zie je geen jonge futen, maar zelfs eind oktober (en nog later) kan je jonge vogels zien die graag een rit op de schouders van pa of ma maken, zoals deze vanmiddag op de Meeslouwerplas.
Driemaal een slechtvalk gezien. Eerst een juveniele vogel die van vlak bij de toren steeds hoger klom en naar het zuidwesten verdween. Later een slechtvalk, misschien dezelfde, die hoog ten oosten van de plas wiekte, naar het noorden vloog en in de verte naar beneden dook. En een volwassen vogel die aan het jagen was in de Westbroekpolder, kramsvogels en spreeuwen vlogen piepend van angst alle kanten uit.
Daar zaten ook 6 kleine zwanen, in de Oostbroekpolder 9 en op de Starrevaart 2. Verder o.m. bij de vogelplas gezien 1 ijsvogel, 1 man grote zaagbek, 3 bonte strandlopers, 1 kleine strandloper en 1 krijsende waterral. In de Zwetpolder 1 grote zilverreiger, in De Wilck 2.
De twee sneeuwganzen slapen, in elk geval de afgelopen nachten, op de Starrevaart. Vanmorgen was gezien dat ze met grauwe ganzen naar het oosten vlogen. Ik zag ze vanmiddag weer op de noorwestelijke ka langs de Geerpolder, nu langs de Geerweg in Zoeterwoude, grazend tussen Canadese ganzen.
Eksters (Pica pica – Common Magpie) lijken vaak zwart-witvogels, maar ze hebben bijzonder kleurrijke veren!