Vrijdag 10 december 2004 – Guur en zuur
Het is grauw en guur weer. Dat kan je in deze tijd van het jaar verwachten. Zuur word ik een beetje van de weersvoorspellingen. De afgelopen week werd elke dag wel wat zon beloofd, maar ik zou niet weten waar hij uithangt. Je kan moeilijk oordelen over beroepen waar je zelf geen kaas van hebt gegeten, maar vijf jaar een universitaire meteorologische opleiding volgen en dan zo veel miskleunen……
Ook heel zuur kreeg een vis het vanmorgen die langs de Benthuizervaart door een blauwe reiger werd gespiest. Het duurde zeker tien minuten voordat de vis opgeslokt was, zo groot was hij. Aanvankelijk kreeg de reiger hem slechts half naar binnen, rustte dan wat uit en probeerde het opnieuw, maar de vis bleef tegensputteren.
De reiger liet de vis vervolgens vallen en stak zijn snavel er enkele malen als een dolk dwars doorheen. Dodelijk, en de vis werd nu snel verorberd. De reiger strekte nog een paar keer zijn lange nek waardoor je de vis naar beneden kon zien zakken. Na de lunch liep de vogel naar de waterkant om een slokje te nemen. Dat zie je altijd als vogels levend voedsel naar binnen hebben gewerkt.
Op mijn fietstochtje langs het Noord Aa-gebied verder o.a. een roepende waterral in de Plas van Wiegel en 2 dodaarzen en 4 tureluurs op de Zoetermeerse Plas.
Blauwe reiger (Ardea cinerea – Heron) heeft moeite met grote vis.
Vogels hebben twee magen, een kliermaag en een spiermaag. De kliermaag is bij vleeseters sterk ontwikkeld. Klieren in de maag scheiden krachtige en snel verterende sappen af, maagzuur en pepsine. Zelfs kleine beentjes en graten zijn hier niet tegen bestand. Onverteerbare delen worden als ballen uitgebraakt, ook door reigers. De sterk gespierde spiermaag is vooral bij zaadeters groot. Klieren scheiden een harde hoornstof af. Samen met ingeslikte steentjes wordt vervolgens het voedsel tegen ‘wrijfplaten’ fijn gemalen.