Nederlandse Fauna 6
De wespen en mieren van Nederland
Hymenoptera: Aculeata
Schrijvers
T.M.J. Peeters, C. van Achterberg, W.R.B. Heitmans, W.F. Klein, V. Lefeber, A.J. van Loon, A.A. Mabelis, H. Nieuwenhuijsen, M. Reemer, J. de Rond, J.Smit en H.H.W. Velthuis; eindredactie A.J. de Winter Tekeningen S.B. Blankevoort, E.-J. Bosch, W. Gertenaar, I.M. van Noortwijk en J. de Rond Uitgave Naturalis, Leiden; KNNV, Zeist en EIS-Nederland, Leiden 2004, 507 pagina’s 23,5 x 30,5 cm, harde omslag ISBN 90 5011 174 2 Prijs € 64,95 |
Voorbeeld van een pagina uit het boek, met tekening van een vertegenwoordiger uit de subfamilie Ceropalinae, een verspreidingskaart en een vliegtijddiagram. |
BESPREKING
Misschien omdat mijn woonomgeving slecht bedeeld is met insecten, maar ik werd toch wel even stil toen ik las dat er in ons land 408 wespensoorten voorkomen en 61 mierensoorten. Zo veel? En dat is nog maar een schijntje van het totaal aantal wespen (10.000) en mieren (1800 beschreven, 20.000 geschat) op onze aarde. In deel 6 van de schitterende serie Nederlandse Fauna worden al die wespen en mieren uit ons land onder de loep gelegd, figuurlijk dan. Er is van elke soort een beschrijving, waar ze in onze wereld voorkomen en de biologie: biotoop, vliegtijd (met diagram), voortplanting, nest, gedrag, prooi enz. Met verspreidingskaartjes van de vindplaatsen in Nederland. En een handige losse bladwijzer met de wetenschappelijke namen. Van een aantal wespen en mieren zijn foto’s gepubliceerd, van alle subfamilies zijn duidelijke tekeningen opgenomen, soms zelfs van de genera. De enige ‘kritiek’ op zo’n standaardwerk zou kunnen zijn, dat niet van alle besproken insecten een foto is opgenomen, als die al beschikbaar zouden zijn. Want er bestaan nog flinke hiaten in de kennis over onze angeldragers (bijen komen in een apart boek omdat dit anders onhandelbaar dik zou worden). De soortenbeschrijving vormt de kern van het boek, maar de inleidende hoofdstukken zijn zeker zo interessant. Het is een wetenschappelijk boek (op een populaire manier gepresenteerd), daarom ontbreekt een overzicht over de geschiedenis van de studie naar wespen en mieren niet, evenmin als een gedetailleerd overzicht met namen, verwantschappen en een heel duidelijke determinatietabel. Daarvoor moet je zo’n insect dan wel onder de microscoop zien te krijgen! De hoofdstukken biologie van wespen en van mieren geeft een prima uitleg over het leven van deze insecten, het ontstaan en de voordelen van het kolonieleven worden uitgelegd (heel boeiend), natuurbeheer komt aan de orde en er is ook een overzicht van verdwenen en nieuwe soorten. Zoals overal in onze natuur: er zijn meer soorten verdwenen dan bijgekomen. Op het terrein van wespen en mieren ben ik niet deskundig genoeg om het boek inhoudelijk te beoordelen. Ik heb er de afgelopen weken in zitten bladeren, lezen, kijken en ben diep onder de indruk gekomen van de nauwgezetheid waarmee de auteurs dit boek hebben samengesteld. In het komende jaar ga ik met nieuwe inzichten deze beessies (op de stekende limonadewespen na) eens wat nauwlettender bekijken. SAMENVATTING Weer zo’n prachtig populair-wetenschappelijk standaardwerk uit de serie Nederlandse fauna. Ditmaal over wespen en mieren, de andere angeldragers – bijen – komen in een apart boek. Gedetailleerd, zeker wat verspreiding en biologie betreft. Boeiende hoofdstukken over lichaamsbouw, levenswijze, determinatie. Van elke (onder)soort een representatieve tekening en/of foto.
29 december 2004
|