Veldgids Sprinkhanen en krekels

Veldgids Sprinkhanen en krekels

 

Schrijvers

Roy Kleukers en René Krekels

Foto’s (de meeste)

René Krekels

Tekeningen, kaartjes

Bas Blankevoort, Erik Bosch en Weia Reinboud

Geluiden-cd

Baudewijn Odé

Uitgave

KNNV, Zeist

2004, 192 pagina’s, 13 x 21,5 cm

ISBN 90 5011 193 9

Prijs

€ 24,95

*****

Addendum

blz 50: foto’s omgewisseld

blz 119: twee mannetjes

blz 154: onderste foto’s en opmerkingen tussen haakjes omgewisseld

blz 174 laatste regel: ‘een’ moet ‘geen’ zijn

blz 176 linksonder: ‘voorbij het midden’

Veldgids Sprinkhanen en krekels BESPREKING

Bij een zomerse avond in een warm vakantieland hoort een insectenconcert. Hoewel sommigen dat monotone, urenlange geluid als hinderlijk ervaren, vind ik het zálig. Sprinkhanen krassen a-melodieus, krekels maken een zuiver, melodieus geluid, je kan dat zelfs meefluiten.

Dat laatste las ik in weer zo’n prachtige KNNV-veldgids: Sprinkhanen en krekels. De uitgave is in 2004 gedateerd maar is deze maand verschenen. Er worden 58 soorten uit België en Nederland besproken en 8 uit Luxemburg, het noorden van Frankrijk en het westen van Duitsland. Terzijde worden nog enkele andere soorten meegenomen.

De indeling van deze serie praktische veldgidsen is inmiddels bekend. Na algemene inleidingen worden de soorten uitgebreid besproken, twee pagina’s per sprinkhaan of krekel, met foto’s van man en vrouw. De foto’s, voornamelijk van René Krekels, verdienen door hun duidelijkheid meer dan een compliment.

Het uiterlijk komt aan de orde, geluid(sdiagrammen) plus een cd van de meeste soorten, biotoop, voorkomen, hoe te inventariseren en welke soorten kunnen voor verwarring zorgen, Verder een vliegschema, zijn ze algemeen of zeldzaam en informatie over toename, afname of verdwenen. Behalve de hoofdsleutel in de inleiding, zijn de determinatietabellen per groep (sabelsprinkhanen, krekels, doornsprinkhanen en veldsprinkhanen) bijzonder goed.

In het intro komt eerst de lichaamsbouw aan de orde: verschillen tussen sprinkhaan en krekel, (het kleine) verschil tussen nimf en imago en andere determinatiekenmerken. Vervolgens levenscyclus en gedrag (eten en gegeten worden; populatieschommelingen van ooievaars schijnen te maken te hebben met de hoeveelheid sprinkhanen), het hoe en waarom van de zang, verspreiding en biotopen en hoe sprinkhanen te onderzoeken.

SAMENVATTING

De KNNV-veldgidsen beschouw ik als toppers onder de natuurboeken, de Veldgids Sprinkhanen en krekels (van Noordwest-Europa) behoort tot de top-top. Dat komt onder meer door de overzichtelijke determinatietabellen, de bijzonder duidelijke foto’s en de bijbehorende geluids-cd van 48 (van de 66) besproken soorten.

 

18 januari 2005