Woensdag 19 januari 2005 – Ganzen verjagen

Al eerder heb ik geschreven: Nederlandse boeren hebben het niet makkelijk. Door de enorme veranderingen in de landbouwpolitiek, door de benauwende regelgeving, zijn de winstmarges in de afgelopen decennia geweldig gekelderd. Bovendien werden boeren gedwongen tot een grootschalige bedrijfsvoering die een ramp is voor de natuur. Geluiden dat ‘Brussel’ het kleinschalige boeren, met herstelkansen voor de natuur, gaat stimuleren, klinkt dan ook als muziek. Als het ooit zover komt.

Met ‘normale’ natuurverschijnselen als ganzen die in ons land overwinteren, weet de politiek ook al geen raad. Halve maatregelen, onduidelijkheden, tegenstrijdigheden. Aanwijzen van beschermde gebieden, maar toch weer niet ‘officieel’, zo hoorde ik vandaag. Ook dat heb ik al eerder gezegd: de politiek rommelt maar opportunistisch wat raak.

Vandaag sprak ik een boer die met hond en indrukwekkende jas een massa kolganzen (ten minste 2200) van zijn weilanden in de Geerpolder aan het verjagen was. “Krijgt u dan geen vergoeding als er schade is?”. Dat wel, maar hij joeg de ganzen liever naar de buren, “hoewel ze niet zo veel schade veroorzaken”. En dat hoor ik ook te vaak. Er zijn boeren die niet zo moeilijk doen, begrijpen dat je de natuur niet (volledig) naar je hand kan zetten, en die proberen in harmonie met hun omgeving te leven. Als de politiek daar ook nog eens een beetje aan mee zou willen werken….

Met hond en ‘verkeersjas’ springt deze man over de slootjes om onwelkome kolganzen te verjagen.

In de Geerpolder zaten ook 29 scholeksters, hun aantal neemt geleidelijk aan toe. Verder in de Oude Groenendijkse Polder 34 kleine zwanen, in de Westbroekpolder 65 (54+11), in de Zwetpolder 16 (14+2), daar ook de sneeuwganzen, en in de Drooggemaakte Grote Polder Stompwijk 79 (76+3). In De Wilck veroorzaakte een jagende slechtvalk veel onrust, o.a. vlogen zo’n driehonderd goudplevieren hoog boven de eveneens opgeschrikte vele honderden, zo niet duizenden, kieviten.

Foeragerende scholeksters (Haematopus ostralegus – Eurasian Oystercatcher) in de Geerpolder.

Op de Starrevaart eindelijk weer een roerdomp gezien. De vogel zat aan de westkant, lastig zichtbaar in het riet. Hij was daar langdurig aan het zonnen, poetste zich nu en dan wat en nam soms een paalhouding aan. Verder op de plas o.a. 2 geoorde futen, 3 mannen en 4 vrouwen brilduiker, 1 man grote zaagbek, 1 grutto, 4 zwarte ruiters en op de ka naar de hut 3 waterpiepers en 5 graspiepers.

‘k Heb haast, ongelooflijke haast: futen (Podiceps cristatus – Great Crested Grebe) zijn al weer nestmateriaal aan het zoeken. Deze fuut zwom op de Starrevaart. Het valt me (al jaren) op dat op grote watervlaktes het broeden meestal later begint dan in slootjes en weteringen. Bij de Zuidbuurt zijn al twee paren aan het nestelen, op de Starrevaart blijft het voorlopig bij baltsen.