Woensdag 26 januari 2005 – Eerste ervaringen met de Panasonic
Een nieuwe camera inschieten vergt tijd. Eigenlijk zou je een paar dagen uit moeten trekken om allerlei foto’s te maken met verschillende instellingen en die dan later op de computer met elkaar vergelijken. Die tijd gun ik me niet en ‘werkende weg’ probeer ik me de typische eigenschappen van de camera eigen te maken. Zoals eerder geschreven gaat het om een Panasonic Lumix FZ20 (ruim 5 megapixels, optische zoom 435 mm) en een Raynox 2,2x teleconverter waardoor ik met 920 mm kan fotograferen.
Mijn eerste indrukken. Na een rommelig begin door een niet goed functionerende fotokaart (inmiddels nieuwe gekregen) en een trage start van de accu’s (door kou en ze moeten eerst een paar keer leeg geweest zijn voordat ze beter presteren) ben ik nu serieus bezig met foto’s maken. De camera werkt snel, er zijn ruim voldoende mogelijkheden om diverse functies in te stellen, en wat het belangrijkste is: de foto’s zijn van goede kwaliteit.
De nadelen. Er zit een stabilisator op, uit de hand fotograferen zonder teleconverter gaat aardig. Maar met de Raynox erop moet je echt vanaf statief of een ander steunpunt fotograferen. Met macrofotografie heb ik nog geen ervaring. Het grootste nadeel vind ik de zgn. purple fringing en chromatische aberratie. Bij sterke vergrotingen treedt dat, zo heb ik gelezen, altijd op bij ‘goedkope’ camera’s. Het zijn van die nare paarse of rode en/of blauwe randen op contrasterende plekken, op plaatsen tussen licht en donker.
Klapekster (Lanius excubitor – Great Grey Shrike), foto dinsdag gemaakt met de Panasonic FZ20.
Bij een brilduiker bijvoorbeeld zie je dat vaak bij de donkere strepen over de witte rug. Het treedt niet op, zo heb ik gemerkt, als je precies met de zon (het licht) in je rug fotografeert. Die situatie doet zich natuurlijk niet altijd voor. Anders heb je echt een bewerkingsprogramma nodig om die kleurrandjes te verwijderen. Verder is mij geadviseerd de instelling Contrast op laag te zetten, dat helpt wel iets.
Verder wil ik opmerken dat ik niet veel vergelijkingsmateriaal heb en dat ik in het veld, staande naast andere fotografen, gemerkt heb dat digitale spiegelreflexcamera’s veel beter presteren. Dan praat je echter over een andere prijsklasse. Bovendien ligt de nadruk dan nadrukkelijk op het fotograferen, terwijl bij mij het observeren van de natuur en het vastleggen van wat ik zie, even ‘belangrijk’ zijn. Een spiegelreflex met meestal zware lenzen e.d. betekent dat ik mijn ook al zware telescoop niet meer mee zou kunnen nemen, en daar denk ik niet aan.
Brilduiker man (Bucephala clangula – Goldeneye; male), deze fraaie duikers zwemmen regelmatig vlak voor de Starrevaarthut.
Er zijn overigens weinig digitale compactcamera’s (met ingebouwde telezoom) die zo’n sterke vergroting hebben als de FZ20. Als je vogels wilt fotograferen heb je dat ook nodig. Zelfs 435 mm is dan nog te weinig, vandaar de converter. De foto’s gisteren van de klapekster in Vogeldagboek waren allemaal gemaakt via digiscoping, dus met de Nikon Coolpix 995 op de Swarovski-telescoop. Daardoor kreeg ik beeldvullende foto’s. Kwalitatief onvergelijkbaar met bijv. een spiegelreflexcamera. Maar met wat ‘poetswerk’ in een fotobewerkingsprogramma waren ze best acceptabel; als een foto niet scherp is, krijg je hem trouwens met geen enkel programma goed!
Ik had ook foto’s met de Panasonic gemaakt, de klapekster leek er maar klein op te staan. Dus die foto’s had ik terzijde gelegd toen ik Vogeldagboek ging maken. Gisteravond bekijk ik ze echter eens goed, vergrootte ze op mijn beeldscherm en toen bleek dat ze er meer dan behoorlijk uitzagen. Een van die foto’s heb ik uitgesneden, de foto hoefde ik slechts licht te bewerken en het resultaat (zie links) mag er toch best zijn?
Vandaag vrij kort op pad geweest. In de Oostbroekpolder 62 (59+3) kleine zwanen, in de Westbroekpolder 9 (6+3) en een zwarte zwaan en in de Grote Polder Zoeterwoude 20. In De Wilck een kleine mantelmeeuw, die zie je nu toch nog niet zo vaak? In de Zwetpolder een grote zilverreiger. Bij de Starrevaart vloog een ijsvogel over de Kniplaan, de roerdomp liet zich even aan de westkant zien. Verder o.a. 1 geoorde fuut, 86 bergeenden, 9 (7+2) rosse stekelstaarten, 5 man en 1 vrouw brilduiker, de man grote zaagbek, 3 man en 6 vrouw nonnetje en 6 zwarte ruiters.
Man grote zaagbek (Margus merganser – Goosander; male), zit al maanden op de Starrevaart. Een uit een siervijver ontsnapte vogel?