Jan05_28

Vrijdag 28 januari 2005 – Plasvogels

Vanmorgen een deel van de route langs de Zoetermeerse plassen gefietst waar ik gisteren de dop van mijn telelens moet hebben verloren. Helaas. In grote lijnen dezelfde vogels gezien, vandaag geen ransuilen in Noord Aa, daar nu wel een lachende groene specht.

Waarnemingen donderdag. Benthuizer Plas: ten minste 5 watersnip, 1 tureluur (vandaag 3). Noordhovense Plas: 2 man en 6 vrouw brilduiker, 2 dodaars, 6 tafeleend, 1 tureluur. Zoetermeerse Plas: 14 dodaars, 5 tureluur, 1 groene specht (langdurig roepend in Lange Land), smienten niet te tellen – vanmorgen slechts enkele tientallen. Noord Aa Zoetermeer: 2 ransuil en 6 putter (bij kast torenvalk), 1 grote bonte specht. Broekwegkade: 1 groene specht, 3 grote bonte specht, 16 staartmees. Zoetermeersche Meerpolder (oost, net over vaart tegen Broekwegkade): zwarte zwaan 5, sneeuwgans 2, kleine zwaan 6 (5+1).

In tegenstelling tot de voorspellingen ging de heiigheid van vanmorgen, vanmiddag over in mist. ‘k Had niet zoveel trek meer om de polders in te duiken, ben mijn nieuwe fototoestel wat gaan uitproberen. Hieronder foto’s van zeer algemene vogels op de Benthuizer Plas.

Waterhoen280105

Een foto van een waterhoen (Gallinula chloropus – Common Moorhen), speciaal voor mijn vogelvriend Aad Zevenhoven. Het is zijn lievelingsvogel. Aad heeft onlangs een zeer zware operatie ondergaan, krijgt nu nog wekenlang nabehandelingen, gelukkig gaat het naar omstandigheden goed met hem. Ook Thijsse had wat met waterkippies: “Het gewone waterhoentje is een vogel (….) die zich gratis beschikbaar stelt om onze vijvers en vaarten te vervullen met innigheid en elegantie”.

Knobbelzwaan280105

De knobbelzwaan (Cygnus olor – Mute Swan), waren wij mensen maar zo sierlijk!

Knobbelzwaan280105A

Meerkoet280105

Meerkoeten (Fulica atra – Eurasian Coot) zijn het tegenovergestelde van elegant, het zijn logge, zwarte vogels. Hun eigenschap om eigen kinderen te verdrinken als ze niet voldoende voedsel kunnen vinden, maakt ze naar menselijke maatstaven wreed. Onze grote roerganger Thijsse had daar kennelijk geen weet van, want hij schreef o.a.: “Het familieleven is even innig als bij de waterhoentjes en zeer lang blijven de jongen onder de hoede der ouden, die ze met ware heldenmoed beschermen en verdedigen”. Thijsse wist trouwens nog een leuk detail: ze smaken niet! “Ze worden weinig gejaagd; ik geloof niet, dat ze bij ons gegeten worden; daarvoor zijn ze te tranig. Ik ken wel een recept, maar waarvoor zou ik dat hier mededelen?”En dat ‘hier’ slaat op zijn prachtige boek Het Vogeljaar (uitgave 1969).