Vrijdag 4 februari 2005 – Zingend wakker worden
Wat is het toch zalig om met zingende vogels wakker te worden. Het zijn ‘ordinaire’ tuinvogels maar als een heggenmus voluit zit te zingen en merel en zanglijster voorzichtig de lente inmurmelen, draai je je met een heerlijk gevoel nog een keertje om!
Als je er dan uitstapt, blijkt de wereld klein te zijn: missssssst. Tegen de middag trok het op. Merkwaardig genoeg bleef er nog lang een dichte mistbank in het oosten van Benthuizen hangen. Ik fietste toch de andere kant op, naar de plassen, waar de zon scheen.
Op de plassen in het noorden van Zoetermeer kan je ’s winters, als het niet te hard vriest, altijd wel een paar tureluurs (Tringa totanus – Redshank) aantreffen.
Bij de voetbalvelden zaten zo’n vijftig kramsvogels hoog in de bomen. Op de Benthuizer Plas was een man brilduiker zich druk aan het oppoetsen. Om zich later bij de 3 mannen en vijf vrouwtjes baltsende brilduikers op de Noordhovense Plas te voegen? Ook op de Zoetermeerse Plas een man brilduiker.
Op de BHP een handvol watersnippen en 1 tureluur, op de NHP 6 tureluurs. Op de ZP 22 dodaarzen, in het Zoetermeerse Noord Aa 1 groene specht en 3 ransuilen. In het bosje langs de Broekwegkade fladderden wat boomkruipers langs de stammen, in de Zoetermeersche Meerpolder 4 zwarte zwanen.
Ze verbergen zich altijd knap tussen de takken, deze ransuil (Asio otus – Long-eared Owl) in het Noord Aa liet in elk geval zijn ogen, snavel en pluimen goed zien!
Gakkende grote Canadese gans (Branta canadensis – Greater Canada Goose) in de Zoetermeersche Meerpolder.