Dinsdag 12 april 2005 – Heel wat knobbels
Vandaag ontspannen gedoold door Bentwoud, Spookverlaat en De Wilck. In het Bentwoud vind ik zo nu en dan nog oude braakballen van de velduilen. Ik heb me steeds afgevraagd waarom de uilen daar zo vroeg vertrokken waren terwijl het er miegelde van de muizen. Volgens een vogelaarster zouden twee dagen van tractorwerkzaamheden op het aangrenzende perceel de reden zijn; dat zou kunnen.
Knikkergal of galnoten (Marble Gall) in het Bentwoud.
De modderige parkeergelegenheid bij het Bentwoud is vervangen door een stevig veldje. In de lage begroeiing direct over de Eerste Tocht hebben de blauwborsten het prima naar de zin. Ten minste 3 heb ik er gezien, voorbij de Tweede Tocht een vierde. Merkwaardig dat in het oostelijk gedeelte van het bos geen blauwborsten zitten, althans ik heb ze er tijdens mijn strooptochten niet gehoord of gezien. De vegetatie is daar waarschijnlijk niet geschikt.
Graspieper (Anthus pratensis – Meadow Pipit) in De Wilck.
Rietgorzen zitten overal, een prachtig vogeltje waarmee het goed lijkt te gaan. Inmiddels ook volop kneuen, de mannetjes zingen heel wat aangenamer dan het deuntje van de gors. Een groepje putters, wat veldleeuweriken en een enkele graspieper, een torenvalk en een man en vrouw bruine kiekendief. Zouden ze hier weer gaan broeden? Dan moeten de honden wel aan de lijn gehouden worden want net als overal negeren hondenbezitters (natuurliefhebbers?) de borden. Je ziet overal hazen heenvluchten.
Visdief (Sterna hirundo – Common Tern) langs de Vierheemskinderenweg.
Ook goed gaat het met de knobbelzwaan. Je moet vrezen dat dit ‘succes’ zich tegen deze statige vogel gaat keren want ze veroorzaken best wat schade met hun grote plakkaten. In de Wilckplas zwommen er 78, als je de zwanen in de omringende weilanden meetelde, kwam ik net boven de honderd. Ook in het Amaliaplasje 37 knobbels.
Heggenmus (Prunella modularis – Dunnock) bij de Amaliahut.
De Wilckplas is erg kaal, ook de riethoekjes zijn gesnoeid. Er liepen o.a. 2 kemphanen en 2 zwarte ruiters, er zwom een paartje wintertalingen en er vlogen 7 visdieven. Bij de Amaliahut kon ik geen watersnippen (meer) ontdekken, wel een dagpauwoog.