Jun05_28

Hop_kuif220605

Hop (Upupa epops – Eurasian Hoopoe), of Huppe (fasciée) zoals de Fransen zeggen.

Dinsdag 28 juni 2005 – Hoppen in de Gers (1)

Hoeb-hoeb-hoeb, hoeb-hoeb-hoeb. Het was op onze eerste vakantiedag in de Franse Gers dat ik het gedempte maar onmiskenbare gezang van een hop hoorde. Mijn rust en wijntje op het balkon, met in de verte de toppen van de Pyreneeën, ruilde ik in voor verrekijker en fototoestel, en ik spoedde mij over de heuvelachtige paden van ons vakantiepark richting geluid.

Dat kostte zweetdruppels want de hop zat veel verder weg dan ik dacht. Later las ik dat het lage geluid van een hop vér draagt. Bovendien zat de vogel, op zo’n drie-, vierhonderd meter afstand, in het topje van een hoge spar waardoor zijn roep nog eens extra ver reikte. De afgelopen jaren had ik tijdens onze vakanties in Frankrijk deze prachtige vogel gemist, en daar zat hij dan!

Hoppen230605F

De inspanningen had ik me kunnen besparen. Al spoedig bleek dat er een hoppenfamilie op het park zat, de broedboom stond aan de rustige oostkant waar ik later heel wat uurtjes zou vertoeven tussen hoppen, groene spechten, wielewalen, eekhoorns, een ree en verder nog ‘gewoon’ spul voor dit gebied zoals zwarte wouwen, zwarte roodstaarten, cirlgorzen en bergfluiters.

Hop230605G

Na een paar dagen zag ik de Familie Hop compleet: vier hoppen bij elkaar, dát had ik nog nooit eerder gezien. Twee bedelende vogels, je mag aannemen dat het jonge hoppen waren, al waren ze even groot als hun ouders. Gedurende onze vakantie in de Gers, het Toscane van Frankrijk genoemd vanwege het lieflijk golvende heuvellandschap, zagen we regelmatig hoppen, vooral bij wijngaarden, bij grote tuinen en op gemaaide stukken bouwland met bomen.

Hop130605

Een hop is zo groot als een merel, maar oogt wat groter door zijn opvallende kuif en lange en dunne snavel, waarmee hij in de spleten van de harde grond naar diertjes zoekt. Als hij vliegt is deze lichtbruine vogel onmiskenbaar door zijn zwart-wit gestreepte staart en vleugels. Voor minder geoefende vogelkijkers te verwarren met een gaai, maar die is een stuk forser en heeft een grote, opvallend witte stuit.

Een paar keer zag ik de hop in het vergeelde gras (ja, het was in juni daar al erg warm en er viel maar een keer regen in de drie weken dat we er waren) over het hoofd. Ik liep zoals altijd langzaam langs de bomenrand van het beekje Le Talouch dat langs de gelijknamige camping ‘stroomt’, toen ik dacht dat er verderop een blad lag. Mijn zesde zintuig hield mijn benen tegen en inderdaad, daar bleek heel onopvallend een hop te zitten die mij een fractie eerder had gezien.

Een betrapte hop vertoont een merkwaardig gedrag, dat maakte ik diverse malen mee. De vogel blijft doodstil zitten, als gebiologeerd. De eerste keer dacht ik na een minuut of tien: kom op, zachtjesaan iets dichterbij om een foto te kunnen maken. Maar bij de eerste beweging vloog hij op.

Hop220605O

Later moest ik wel eens tien, vijftien minuten doodstil blijven staan voordat de hop zich als eerste bewoog, meestal dan toch nog wegvloog maar een enkele maal doorging met foerageren. En van die momenten zijn de foto’s in dit eerste Vogeldagboek uit de vakantie.

(wordt vervolgd)