Maandag 29 augustus 2005 – Hoppen in de Gers (17 en slot)
Deze microvlinder is uiteindelijk de enige vakantiesoort die ik, ondanks hulp van diverse mensen, niet heb kunnen determineren. Wellicht uit de familie Pyralidae.
Lichte daguil (Heliothis viriplaca – Marbled Clover), zeer zeldzaam in Nederland.
De veelvraat (Macrothylacia rubi – Fox Moth, female) is een algemene soort.
Dat geldt ook voor het vogelwiekje (Dypterygia scabriuscula – Bird’s Wing).
Ook de klaverspanner (Chiasmia clathrata – Latticed Heath) komt op veel plaatsen voor.
Meestal wordt de kleurrijke bovenkant van een gehakkelde aurelia (Polygonia c-album – Comma) gefotografeerd. Zowel de wetenschappelijk als de Engelse en Duitse (C-Falter) naam verwijzen naar de kleine witte C op de onderkant van de vleugels.
Bruine zandoogjes (Maniola jurtina – Meadow Brown; female above). Een mannetje is aan de bovenkant helemaal bruin met een kleine zwarte stip. Een vrouwtje is ook grotendeels bruin met een oranje vlek op de bovenvleugel en een opvallende zwarte oogvlek met witte kern. Aan de onderkant zijn er ook verschillen tussen de grootte van de oogvlek en valt vooral de scherpere kleurtekening van het vrouwtje (boven) op.
De vijfvlek-sint-jansvlinder (Zygaena trifolii – Five-spot Burnet) is weer een zeldzame soort in ons land, behalve in Zeeuws-Vlaanderen. Op de foto een wat ‘afgevlogen’ vlinder.
Een kaasjeskruiddikkopje (Carcharodus alceae – Mallow Skipper; above) en een purpermot ? (Pyrausta purpuralis – Purpurmott).
*****
29 augustus: Vogeldagboek verschijnt een paar dagen niet!