Woensdag 8 februari 2006 – Sluiper in het riet
Tegen de middag op stap gegaan, hagel- en regenbuien trotserend. In de Barrepolder 6 (3 adult en 3 juveniel) kleine zwanen. In het Spookverlaat de auto neergezet en naar de rietranden zitten turen, je weet maar nooit of er een domp te zien is.
In mijn ooghoek zie ik een beweging: slechts op zo’n 15 meter sluipt wat door het riet. Ik had veel te ver gekeken, want vlakbij loopt een roerdomp! Nou ja, lopen, de bewegingen zijn zo traag als stroop, meestal staat de vogel stil. En hoewel hij zo dichtbij zit en slechts een centimeter of tien achter de rietstengels, is hij (met het blote oog) soms niet te zien, zo’n ongelooflijke eenheid vormt deze reigerachtige met zijn omgeving.
Meestal liet de roerdomp zich niet zo goed zien als op deze foto en was hij vrijwel onzichtbaar.
Van kwart voor 1 tot kwart over 3 heb ik de vogel van die korte afstand kunnen bekijken. De meeste tijd stond hij stil, bewoog wat met zijn kop, zakte wat in elkaar, richtte zich wat op. Als hij stemmen op de weg hoorde schoot hij in de paalhouding, ook toen een voorbijvliegende blauwe reiger rauw krijste.
Ploeterend met de buik door het water.
Even liet de roerdomp zich nog goed bewonderen maar daarna loste hij op in de rietvegetatie.
Een klein visje ging naar binnen maar meestal stond de roerdomp traag te luisteren. Zo nu en dan stak hij zijn snavel in het water, tot aan zijn ogen. Zouden er tastzintuigen in de snavel zitten die visjes ‘voelen’? Of zou hij op deze manier, met zijn ogen tegen de waterspiegel, beter kunnen zien? Ik weet het niet, op een regenachtige dag mijn boeken eens uitpluizen.
Na een lange periode van passiviteit ging de roerdomp aan de wandel, centimeter voor centimeter door het riet. Zich vakkundig schuilhoudend. Even liet hij zich in het zonnetje een beetje ‘vrijstaand’ zien, maar de meeste tijd moest ik goed turen om zijn camouflagepak te ontdekken. Kort voor weer een hoosbui verdween hij spoorloos in het riet.