Maandag 13 februari 2006 – Rondjes
Vandaag wat rondgereden, met een vage hoop op een nieuwe ontmoeting met een roerdomp. Helaas geen gezien, niet in het Spookverlaat en niet op Starrevaart. Kwamen ze je maar vertellen wanneer ze verder trekken naar hun broedgebieden….
Graspieper (Anthus pratensis – Meadow Pipit) vanmiddag bij de Starrevaart.
Over de vistechniek van de roerdomp, waar ik vorige week naar vroeg, ben ik niet veel wijzer geworden. Het verschijnsel dat een roerdomp de punt van zijn snavel in het water steekt, wordt algemeen waargenomen en zie je ook regelmatig op foto’s terug.
Maar waaróm doet een roerdomp dat nou precies? Gebruikt hij zijn snavel als een soort dobber? Als vizier? Kan hij beter afstanden tot visjes schatten als zijn snavel in het water steekt? Ongetwijfeld zal deze techniek hem voordeel opleveren bij het vangen van prooidieren.
Woensdag heb ik geen foto kunnen maken van de roerdomp (Botaurus stellaris – Great Bittern) waarop je goed kan zien dat hij zijn snavelpunt in het water steekt. Dit is de minst slechte foto die ik gemaakt heb waarbij de domp zijn snavel in het water laat hangen.
Deze slechtvalkman (Falco peregrinus – Peregrine Falcon) zat vanmiddag diep in De Wilck op de uitkijk.
Op de Meeslouwerplas zwemmen nog steeds de 2 grote zee-eenden. Bij de uitkijktoren waren 8 putters aan het foerageren. Langs het fietspad naar de Starrevaarthut 21 vinken en 8 graspiepers. Op de plas o.a. 32 rosse stekelstaarten en 19 scholeksters. De 22 brandganzen kwamen waarschijnlijk van een boerderij uit de buurt.
In de Oostbroekpolder 21 (19 adult en 2 juveniel) kleine zwanen, in de Barrepolder 5 en in de Riethoornse Polder 112 (105+7), waaronder de ring 17X. Grote zilverreigers in Noord Aa Zoeterwoude, Zwetslootpolder en De Wilck.