Woensdag 24 mei 2006 – Jonge landlopers
Voor de Grote Regenval begon heb ik vanmorgen wat uurtjes in De Wilck gestaan en langs de Burmadeweg gekeken naar het jonge weidevogelleven dat hier nog welig tiert. In het lange gras kan je nu en dan, als je je stil houdt, pullen zien lopen van grutto, tureluur, scholekster en kievit.
Jonge grutto’s en tureluurs krijg je moeilijk te zien: zodra hun ouders alarmeren verstoppen ze zich. Kievitskuikens zijn de onvoorzichtigste, jonge scholeksters zijn zich meer van de gevaren van de boze wereld bewust.
Aan de rand van een weiland zat een volwassen scholekster rustig om zich heen te kijken. Té rustig vond ik, en daarom verstopte ik me met de auto achter het fluitenkruid. Het duurde nog een kwartier en toen kropen er 4 piepjonge vogels onder moeders rokken vandaan!
Moeder scholekster (Haematopus ostralegus – Eurasian Oystercatcher; probably female) zit rustig in het gras en verraadt pas na geduldig wachten dat ze 4 kuikens onder haar veren verborgen houdt.
De scholekster (Haematopus ostralegus – Eurasian Oystercatcher) heeft een lekker wormpje gevangen en zonder ruzie met broers of zussen te maken eet een van de kuikens het op (foto onder).
Kleintjes worden groot: deze kievit (Vanellus vanellus – Lapwing) heeft aanslagen van de vele predators (tot nu toe) overleefd.
Om de vogels niet te verstoren én omdat het hard woei (telescoop is dan niet stabiel) heb ik in de auto allerlei capriolen uitgehaald om net boven de begroeiing uit iets van dit lieflijke landleven vast te kunnen leggen.
Op de achtergrond sloop intussen een moeder slobeend met 7 kuikens door het lage gras om meteen spoorloos te verdwijnen in een veld vol zuring.
Zo vaak zie je geen slobeenden (Spatula clypeata – Northern Shoveler) met kuikens, daarom toch maar deze wat onduidelijke foto van tijgerende slobeenden in De Wilck.