Zaterdag 15 juli 2006 – Zummergroeten 11 – Kikkerliefde
De poelkikkers in de Drentse vennetjes hebben mijn hart gestolen. Omdat ze kleiner zijn en hun groene kleuren wat opgefleurd worden met geel, zien ze er net wat lieflijker uit dan de bastaardkikkers (daar ook gezien) en de grote meerkikkers. Ook hun gekwaak klinkt me wat zachter en aangenamer in de oren.
Een aantal malen stonden we bij de twee vennetjes bij de Holtveenslenk waar een bioloog in een vaag moment milieuvreemde waterlelies had geplant. Dan stopten er fietsers of wandelaars en zeiden tegen me: mooi hè? “Inderdaad”, antwoordde ik dan, “maar ik denk dat we naar verschillende dingen kijken!”. En ook hun harten veroverde ik dan (meestal) voor de kikkers door ze via mijn telescoop te laten ‘zien’.
Poelkikker (Rana lessonae – Pool Frog) loerend op een vliegje of libel.
Drie soorten groene kikkers telt ons lans land, nauw verwant, wondertjes van de natuur. Kikkers kijken je met van die begrijpende ogen aan, zo van: leuk dat je er bent…. De eerste kikkers zoals wij nu kennen, kwamen al 180 miljoen jaar geleden voor!
Deze rietgors (Emberiza schoeniclus – Reed Bunting) zat elke avond (als ik er althans was) voluit te zingen bij het Holtveen.
Parende kleine geaderde witjes (Pieris napi – Green-veined White).
Aan de struikjes van de kraaihei (Empetrum nigrum – Crowberry) hingen volop bessen, een gezonde traktatie voor de vogels.