Woensdag 27 september 2006 – Een stip met vleugels

De afgelopen jaren heb ik zeer vaak slechtvalken zien jagen. Meestal vallen ze hun doelwit met hoge snelheid schuin van boven aan. Soms zie je ze ook horizontaal en zelfs van onderen aanvallen. Na de middag was een slechtvalk een half uur lang aan het jagen op de Starrevaart. Niet dat je hem altijd ziet, maar de onrust onder de vogels is zo groot, dat het bijna niet anders dan een slechtvalk kan zijn. Zeker als de goudplevieren uit angst heel hoog in de lucht blijven.

Ik stond tegenover de uitkijktoren, keek bijna loodrecht omhoog naar die plevieren en daar zag ik hun angstaanjager nog boven vliegen. Met moeite kon ik de valk door de verrekijker volgen, zo hoog ging hij. Een stip met vleugels.

Dit mannetje slechtvalk (Falco peregrinus – Peregrine Falcon; male) vanmiddag in De Wilck gefotografeerd vlak voordat hij opvloog.

Vervolgens kreeg ik het schouwspel te zien dat in boeken wordt beschreven – de stootduik van een slechtvalk met ruim driehonderd kilometer – maar dat ik nog nooit eerder vanaf zo’n grote hoogte had waargenomen.

Als een steen viel de vogel naar beneden, met moeite kon ik hem door de verrekijker volgen, een ongelooflijke snelheid, als een vallende ster. Even dacht ik echt dat de vogel te pletter zou slaan op het water. Op het laatste moment wijzigde hij zijn koers iets en schoot hij schuin naar voren op een groep kieviten af.

Mis!

Later raakte ik de slechtvalk kwijt in de mêlee van vogels. Ik denk dat hij met een lege maag vertrokken is.

De graszanger in de Leidschendammerhout liet vandaag weer even zijn opvallende zangvlucht zien. Opvallend omdat je het mini-vogeltje bijna niet ziet vliegen, maar zijn driftige, luide uitroepen verraden hem onmiskenbaar. In de plasjes o.a. 1 tapuit, 1 man roodborsttapuit, 1 paapje en 6 kleine strandlopers.

Twee tapuiten (Oenanthe oenanthe – Northern Wheatear; male above; female-type below): boven een man (donkere oogstreep) in de Geerpolder en onder een vrouw of 1e winter vogel (verschil is niet te zien) langs het Zwetslootpad.

Op de Starrevaart geteld o.a. 9 lepelaars, 1 geoorde fuut met restjes gouden zomerpluimen, 640 goudplevieren, 4 kemphanen, 4 bonte strandlopers en 1 kleine strandloper. In de Geerpolder een fraaie man tapuit in winterkleed, een ‘vrouwtype’ tapuit langs het Zwetslootpad en 2 grote zilverreigers en 1 man slechtvalk in De Wilck.