Donderdag 30 november 2006 – Nieuwsgierigheid
Vandaag tweemaal kort in het Prielenbos geweest. Gisteren had ik zaden van een moerasplant gefotografeerd die ik niet herkende. Vanmorgen teruggegaan en aan de verdorde stengel zag ik dat het om de gele lis ging.
Bij het fotograferen kennelijk te diep door mijn knieën gegaan want portemonnee weg. Nergens te vinden, dus vanmiddag terug naar het bosje. Niets. Geen wonder: vanavond vond ik hem, een beetje weggegleden, op zijn gebruikelijke plekje.
Op het grasveld bij restaurant AA-Zicht zag ik een zwarte kraai met geschakeerde veren rondscharrelen. Door de kijker viel al snel op dat de kraai een ernstig misvormde snavel had.
Het leek wel alsof er een stuk van een lat in zijn bek zat, maar het kan ook een vergroeiing zijn. De ondersnavel was te kort en mismaakt. Op een onhandige manier pikte de kraai wat tussen het gras vandaan. Hij leek me alleen in staat om grote(re) stukken voedsel door te slikken.
Nog een foto van de zaden van de gele lis (Iris pseudacorus – Yellow Iris; seeds).
Roodborstje (Erithacus rubecula – Robin) komt kijken naar dat vreemde sujet in zijn territorium.
De lichte veren bij deze kraai zijn een ‘mooi’ voorbeeld van Hungerstreifen. Als een vogel in slechte conditie is, kan dat voorkomen. De veren zijn gedeeltelijk wit/grijs en gedeeltelijk donker. Die half-om veren zijn vaak het gevolg van het gebruik van verkeerde voedingsstoffen. Bij deze kraai, die niet in staat leek om te eten wat hij nodig heeft, was dat niet verbazingwekkend.
Er is niets leukers dan op een stille plek, zoals in het moerassige Prielenbosje, langdurig stil te gaan staan en te kijken en te luisteren wat er om je heen gebeurt. Andersom werkt dat kennelijk ook zo: na een kwartier kwam een roodborstje eens kijken wat daar nu eigenlijk stond.
Het vogeltje kwam tot op een meter of twee, en maar naar me loeren. Ik durfde de camera pas te gebruiken toen hij al iets verder weg was, misschien een mooie kans op een close-up verloren laten gaan.