Maandag 17 september 2007 – Vos en eicocons
Vos (Vulpes vulpes – Red Fox) op jacht in Lentevreugd.
Het was een schuw beest: toen hij me op zo’n honderd meter bespeurde, sloop hij weg.
Zaterdag uren gedoold op Lentevreugd in Wassenaar. Het was er erg stil:
slechts twee wandelaars ontmoet. Ook de natuur hield zich rustig, geen bijzondere waarnemingen.
Er vlogen wel talloze rode heidelibellen. Een volwassen en een jonge boomvalk
waren zeker een uur aan het jagen en vingen er op de plas bij het ‘kraakpand’ heel wat weg.
De snelle vogels fotograferen lukte me niet: de camera kreeg ze, tegen een achtergrond met begroeiing, niet scherp.
Slechts enkele foto’s in de lucht kunnen maken, maar zelfs dat viel niet mee.
Boomvalken zijn misschien wel onze mooiste, in elk geval sierlijkste, roofvogels.
De twee jagende boomvalken (Falco subbuteo – Eurasian Hobby).
Rechts een adult, te zien aan de prachtige rode ‘broek’. Bij de jonge valk is de onderbuik en de borst licht crème.
Toen ik even rustig ging zitten, zag ik een vos die op jacht was, op een kleine honderd meter.
Het was geen vos die aan mensen gewend is omdat hij met etensresten wordt gelokt (zoals in de AWD),
want toen ik half ging staan om hem te fotograferen, sloop hij weg.
Het was in de buurt van de plek waar ik eicocons van wespspinnen aan het fotograferen was.
De prachtige wespspinnen maken deze urnvormige cocons in de zomer. Die ik zag waren zo’n 3 centimeter groot.
Pas in het voorjaar komen de honderden jonge spinnen uit en zweven op lange draden de wijde wereld in.
Inmiddels komen ze in vrijwel heel Nederland voor, veel in het zuiden, afnemend naar het noorden.
Eicocon van de wespspin (Argiope bruennichi – Wasp Spider, eggs cocoon). Op de foto boven twee vlak bij elkaar.
Nadat de cocon is gemaakt en de eieren zijn gelegd, spant de spin beschermingsdraden rond de cocon.
In de Tirion-Spinnengids van Roberts worden de cocons als volgt omschreven:
“De reusachtige flaconvormige cocon van de wespspin is bruin met een onregelmatig perkamentachtig oppervlak.
Het bovenste deel wordt het eerst gemaakt, door een schijf te spinnen en deze naar onderen uit te breiden
en zo een ondiepe buis te maken. Het vrouwtje vult deze ondersteboven hangend met de eiermassa,
die daarna afgedekt wordt met spinsel. Hier zet ze volgende lagen bruin wordend spinsel op af
waarbij de flaconvorm ontstaat. Gewoonlijk zit het vrouwtje dichtbij in haar web, soms wordt alleen de cocon gevonden”.
Ik heb, zonder intensief te zoeken, vier eicocons gevonden, bij een zat het vrouwtje nog in haar web,
ook zij zal binnenkort doodgaan. Ook zag ik twee eicocons vlak bij elkaar. Mogelijk van dezelfde spin.
Ze gaan een lange overwintering tegemoet, met vooral gevaar van hongerige vogels.
*****
Zondagavond 5 grote zilverreigers en een jagende juveniele bruine kiekendief in De Wilck.