Smelleken (Falco columbarius – Merlin) vanmorgen in De Wilck.

Slechts onder gunstige omstandigheden is het verschil tussen vrouw en juveniel vast te stellen.

Op dit ‘bewijsplaatje’ is in elk geval het karakteristieke staartpatroon te zien.

Het bleef vandaag lang nevelig, pas tegen de avond kwam de zon.

Maar het mooiste van een kort uitstapje lag vanmorgen toch in die grijze wereld.

Mijn eerste (en vaak ook laatste) stop is in De Wilck.

Op een hek midden in het gebied zaten vaag in de mist de twee slechtvalken,

op enkele meters van elkaar, zodat het verschil in grootte tussen man (kleiner) en vrouw goed te zien was.

Zanglijster (Turdus philomelos – Song Trush) foeragerend in het Noord Aa-gebied.

Ook dit roodborstje (Erithacus rubecula – Robin) zocht daar vanmorgen naar voedsel.

Nog iets verder weg, op een flinke hoop aarde, zat een kleine roofvogel.

Geen plek waar zo snel een torenvalk of een sperwer gaat zitten, zou het…?

Inderdaad, de telescoop leverde uitsluitsel: een vrouw of een juveniel smelleken.

Kort daarna kwam hij iets dichterbij en ging op een hek zitten.

Even later joeg het smelleken achter een vogeltje aan, aan het geluid te horen een veldleeuwerik.

Ook andere leeuweriken en zelfs de smienten vluchtten bij de nadering

van dit kleine, razendsnelle rovertje dat je bij ons slechts tijdens de trektijd kan zien.

Een laatste foto van mijn recente uitstapje naar de Brouwersdam:

een steenloper (Arenaria interpres – Ruddy Turnstone) in winterkleed nadert een bontbekplevier.