Zaterdag 18 oktober 2008 – Acht baardmannen
Gistermorgen zag ik acht baardmannetjes langs de Starrevaart.
Aan de kant van de Kniplaan waren ze diep in het riet aan het foerageren, ik zag het vanaf de ka.
Baardmannetjes zijn vogels waar fotografen van dromen, dus repte ik mij in die richting.
Maar voordat ik de weg was overgestoken, vlogen ze al weg. Toen zag ik ook dat het er acht waren.
Zwarte kraai (Corvus corone – Carrion Crow) bij De Wilck.
Ze vlogen naar het westen, maar waar ze bleven kon ik niet zien. Over de Vliet? Naar de Meeslouwerplas?
Ik besloot te gokken op de Starrevaart en begon aan een wandeling rond de vogelplas. Maar heb ze niet meer gezien.
Het was in het riet trouwens rustig, met voornamelijk mezen, roodborsten en winterkoninkjes.
Aan de westkant schrok een waterral op en vloog een meter of twintig verder het riet in.
Een jonge man brilduiker (Bucephala clangula – Goldeneye; juv. male). De witte wangvlekken breken al een beetje door.
Aan de zuidkant, in de bosjes van de Leidschendammerhout, zaten o.a. drie goudhaantjes en een boomkruiper.
Tussen afgevallen bladeren vlogen hier en daar koperwieken op, zo’n vijftien in totaal.
Daarna ben ik naar de hut te gaan om tijdens het boterham knabbelen wat vogelsoorten te tellen.
Ook op de Starrevaart gemaakt deze landende kievit (Vanellus vanellus – Lapwing).
Waargenomen o.m.: geoorde fuut 1 (nog een beetje in zomerkleed), dodaars 1, brilduiker 2, buizerd 7, sperwer 1,
goudplevier meer dan 900, wulp 280, kluut 2, scholekster 1, grutto 1, zwarte ruiter 18, kemphaan 2.
Regelmatig was er onrust onder de vogels, als er weer een roofvogel voorbijkwam, die je trouwens vaak niet ziet.
Wel eenmaal een slechtvalk vlak langs de hut. Maar was het wel een slechtvalk, vroeg ik me later af.
Nog een sfeerfoto van woensdag uit het Prielenbos.
Want toen ik een tijdje later terugging, zag ik heel hoog boven de plas een valk.
Zonder het te kunnen beredeneren vond ik dat hij er wat ‘anders’ uitzag dan een ‘normale’ slechtvalk.
Heb van grote afstand foto’s gemaakt en bij nadere analyse sluit ik een sakervalk niet uit.
Deze Oost-Europese soort is forser gebouwd en heeft o.a. donkere dekveren op de ondervleugels.
Deze vrouw slobeend (Spatula clypeata – Northern Shoveler; female) zat zich eerst uitgebreid te poetsen,
maar toen er een valk boven de plas zweefde, hield ze vanuit het water alles goed in de gaten.
Op de terugweg in De Wilck de eerste twee kramsvogels voor mij van dit seizoen. Een late waarneming.
Want er zijn er in ons land, zo blijkt uit meldingen, de afgelopen tijd vele duizenden ‘ingevlogen’.