De valk
Over valkerij en wilde vogels
Auteur Uitgave Prijs: € 22,50 |
BESPREKING Normaliter zijn de valkerij (het jagen met gevangen roofvogels) en het bestuderen van roofvogels in het vrije veld twee zeer verschillende ’takken van sport’. Er is een aardige bibliotheek te vullen met enerzijds boeken over de (geschiedenis van de) valkerij en anderzijds met boeken over roofvogels. Maar in bijna geen enkel boek komen beide aspecten aan bod. Dit is anders in ‘De valk’ van Kester Freriks. Deze vogelaar wordt door toeval (hij vindt als jongeman een gewonde slechtvalk in de Engbertsdijkvenen, welke hij weer oplapt en voor zichzelf leert zorgen) voor even een valkenier. Daardoor gaat hij zich verdiepen in de eeuwenoude traditie van de valkerij. Freriks komt daardoor terecht in een heel andere wereld, met eigen termen (bijv. een valk stijgt niet, maar ‘steilt op’ en eet niet, maar ‘aast’) en gebruiken. Hoewel Freriks probeert om afstand te houden, merk je gaandeweg het boek toch dat het valkeniersbedrijf hem fascineert. Hij beschrijft uitgebreid de door hem gelezen valkeniersboeken en zijn bezoeken aan roemruchte valkeniersplaatsen; vaak zijn dat prachtige kastelen, want voornamelijk de adel hield zich vroeger met de valkerij bezig. Valkeniers (daar zaten veel landgenoten bij, die meestal uit de buurt van Valkenswaard kwamen) stonden destijds in hoog aanzien. Ook beschrijft hij de valkerijscènes die hij aantreft op oude schilderijen, op een Amsterdamse plafondschildering en op het beroemde wandkleed van Bayeux. |
Dit wisselt hij af met een beschrijving van het revalideren van ‘zijn’ slechtvalk. Ik vind dit de mooiste gedeelten uit zijn boek. Hoe het met het herstel van die valk afloopt is ontroerend. Uit die beschrijving komt goed naar voren dat Freriks’ vogelaarshart op de juiste plaats zit. De goed gekozen illustraties in dit boek, veel oude afbeeldingen maar ook wat foto’s, zijn samengebracht in afzonderlijke katernen, een over de valkerij en een over de vogels in het wild. Ik weet niet goed wat ik met het valkeniersbedrijf in de huidige tijd aan moet. Freriks heeft helder uiteengezet dat dit de voortzetting van een eeuwenoud cultuurgoed is. Mogelijk vindt er nog steeds wildvang plaats om voor voldoende roofvogels voor deze activiteit te zorgen. En dat is onaanvaardbaar. Bovendien is dat woeste, die fiere, onafhankelijke uitstraling van een wilde roofvogel nu juist een wezenskenmerk van deze vogelgroep. Ik heb grote moeite met de aanblik van vogels die in gevangenschap worden gehouden, maar het ergst vind ik gekooide roofvogels. SAMENVATTING Dit boek brengt de valkerij en het bestuderen van roofvogels in het vrije veld bij elkaar. Wat men ook van de valkerij vindt, het is interessant om van de vele wetenswaardigheden over het eeuwenoude valkeniersbedrijf kennis te nemen. Ronald Klingers, 31 oktober 2008
|