Kolganzen (Anser albifrons – Greater White-fronted Goose) boven de Donksche Laagten bij het plasdrasgebied.

Gisteren eindelijk weer eens de Alblasserwaard in gedoken.

Op naar de talloze ganzen op de Donksche Laagten bij de Braankse Donk!

Links in de verte zie ik de toren van Streefkerk, mijn vorige woonplaats.

Rechts achter de bomen weet ik de wieken van mijn geboortemolen in Oud-Alblas. Ik voel me thuis.

Ook zwarte kraaien (Corvus corone – Carrion Crow) zoeken in dit volle vogelgebied naar eetbare waren.

Er zijn al flink wat kolganzen, enkele duizenden. Maar nog vrijwel geen brand- en rietganzen.

De grote groepen rondvliegende ganzen tegen de nu en dan blauwe hemel vormen een spectaculair gezicht.

Hun gegak, dat lieflijker is dan van de meeste andere ganzensoorten, klinkt als een luchtconcert.

Zodra het in dit beschermde gebied straks echt druk geworden is, ga ik opnieuw kijken en luisteren.

Een slechtvalk (Falco peregrinus – Peregrine Falcon) zit diep in het poldergebied op de uitkijk.

Op de achtergrond de eendenkooi van Streefkerk langs de Achterdijk.

Ik had me geposteerd bij het plasdrasgebied in de Langenbroekse Polder, door de regen meer plas dan dras.

Tussen de begroeiing foerageerden 110 wintertalingen, waarschijnlijk zaten er nog wel meer.

Twee sperwers cirkelden langzaam over, enkele biddende torenvalken, een tiental buizerds, slechtvalk op een hek.

Tussen De Donk en de Zijdebrug telde ik maar liefst zeven grote zilverreigers. Ook hier inmiddels ingeburgerd.

Bij de brug enkele groepjes ringmussen, zo tussen de dertig en veertig. Ook bij boerderijen riepen ringmussen.

Zo dicht bij ooievaarsdorp Het Liesvelt zie je altijd wel overwinterende uivers (Ciconia ciconia – White Stork).

Er waren twee vogels aan het eten, later vlogen ze vlak voor de auto langs naar een andere stek.

*****

Recensie: Alle vogels van Europa